• Uw oren zijn eigenlijk kieuwen

    De evolutionaire voorouder van ons oor is gevonden. Die merkwaardig in elkaar gedraaide schelp aan beide zijden van ons hoofd is opgebouwd uit een speciale vorm van kraakbeen dat heel elastisch is. Dat komt maar op een paar plaatsen in het lichaam voor, onder andere in de neus, maar het kraakbeen van het oor is anders gevormd. Het was altijd een raadsel waar het vandaan kwam. Een uitwendig oor komt alleen voor bij zoogdieren, niet bij reptielen, amfibieën en vissen. Het lijkt pats-boem ontstaan te zijn bij de placentazoogdieren, 120 miljoen jaar geleden. Eierleggende zoogdieren hebben geen uitwendig oor. Waar kwam het vandaan?

    Deze vraag lijkt nu opgelost, las ik in het tijdschrift Nature deze week. Het kraakbeen van ons oor vertoont een treffende gelijkenis met de kieuwen van zebravissen en merkwaardigerwijs ook met de uitwendige boeklongen van molukkenkreeften. De vorderingen van de moderne biologie, met technieken die pas de laatste jaren uitgevonden zijn, blijven mij verbazen. Wat is er gebeurd in de evolutie?

    We weten dat het oor een enorme verandering heeft doorgemaakt bij de overgang van reptielen naar zoogdieren. Die vond ongeveer 200 miljoen jaar geleden plaats. Reptielen hebben net als amfibieën en vissen één gehoorbeentje terwijl wij en alle zoogdieren er drie hebben: hamer, aambeeld en stijgbeugel. U denkt niet elke dag aan die mini-botjes in uw oor, maar ze zijn essentieel om te horen. Ze versterken de trillingen van het trommelvlies en zetten die door op het binnenoor, waar de gehoorwaarneming plaatsvindt in het slakkenhuis.

    De twee extra middenoorbeentjes, die bij de zoogdieren toegevoegd werden aan het ene botje dat al bestond, zijn afkomstig uit de kaak. Het kaakgewricht van de reptielen verschoof naar het middenoor en werd het gewricht tussen hamer en aambeeld. Het botje dat al bestond sinds de reptielen werd de stijgbeugel. Met zijn drieën maken ze het oor compleet. De zoogdieren moesten een nieuw kaakgewricht uitvinden en ze gebruikten daarvoor twee andere beenderen, eentje uit de kaak en eentje uit de schedel.

    Dit verhaal, dat er botjes vanuit de kaak naar het oor verhuisd zijn en dat wij “een oor vol met kaak” hebben heeft me altijd gefascineerd, sinds ik het voor het eerst hoorde vertellen door professor Joosse die er college over gaf terwijl ik als eerstejaars student in de zaal zat. Het is een van de meest krankzinnige verhalen van de evolutie vond ik altijd. Ik heb er dan ook een hoofdstuk aan gewijd in mijn boek over de evolutie van het menselijk lichaam, dat in september verschijnt bij Balans Uitgeverij.

    Maar het verhaal is nog krankzinniger dan ik dacht. De uitwendige oorschelp wordt gemaakt met dezelfde genen als de kieuw van vissen. En nota bene is er bij reptielen een stukje kraakbeen dat vast zit aan het gehoorbeentje dat dezelfde oorsprong heeft. Toen bij de eerste zoogdierachtige reptielen twee botjes van de kaak verplaatst werden naar het middenoor, is tegelijkertijd dat stukje kraakbeen naar buiten verplaatst en werd de oorschelp van de zoogdieren.

    Wie had ooit zoiets kunnen verzinnen. Ik niet. De evolutie wel. Het is zoals Nobelprijswinnaar François Jacob eens zei: “Evolutie vindt nooit iets nieuws uit. Er wordt altijd verder geprutst met dingen die al bestonden; daar wordt iets aan toegevoegd of de vorming wordt in een andere context geplaatst waardoor er met hetzelfde gereedschap een nieuw orgaan ontstaat”. Dat ons lichaam ontstaan is, niet vanuit een uitgekiend ontwerp, maar via een ellenlange knutselpartij vind ik een fascinerend gegeven.

recente columns


Nieuw: Meisje met parel


Boekje met ruim 100 columns, € 12,- inclusief verzendkosten. Bestellen via info@nicovanstraalen.nl

Recente columns


Eerstvolgende lezing


Geen lezingen in het vooruitzicht

Nico van Straalen


info@nicovanstraalen.nl