Als je malaria kon uitroeien, zou je het doen?
Als je malaria zou kunnen uitroeien door alle malariamuggen ongevoelig te maken voor de malariaparasiet door middel van een genetische modificatie, zou je dat dan moeten doen? Het is een dilemma waar de biologen nog niet uit zijn.
Malaria wordt veroorzaakt door een eencellige parasiet die leeft in de lever en het bloed van de mens. De overdracht van de ene naar de andere mens gaat via een bloedzuigende mug. De parasiet kan zich alleen in de malariamug voortplanten, dus als die mug er niet zou zijn zou het snel gedaan zijn met de malariaparasiet.
In 2015 verschenen de eerste publicaties over een nieuwe aanpak in de strijd tegen malaria. Men had een malariamug zodanig genetisch gemodificeerd dat de malariaparasiet daarin niet kan leven. Als alle muggen die eigenschap zouden hebben zou je de ziekte kunnen uitroeien, maar hoe krijg je dat voor elkaar? De truc is nu dat de genetische modificatie zo gemaakt is dat hij zich heel snel verspreidt. Dat komt doordat het gemodificeerde gen zichzelf automatisch kopieert naar het andere chromosoom van de mug, waardoor niet de helft, maar alle nakomelingen het veranderde gen krijgen. De frequentie van het gen verdubbelt met elke generatie en na verloop van tijd zijn alle muggen genetisch veranderd. De techniek staat bekend als “gene drive” (“genetische sturing”).
Het is een dilemma, want wat je doet is feitelijk het loslaten van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu. Als het gaat om gewassen met genetische modificaties wordt er heel streng gekeken naar de veiligheid. Zou je dat voor het milieu ook niet moeten doen? Wat er precies gebeurt met de muggenpopulatie is moeilijk te voorspellen. Dat een parasiet uitsterft is nog tot daar aan toen, maar je wilt niet dat ook hele muggenpopulaties uitsterven. Als je de muggen ergens loslaat waar malaria heerst, zullen ze op den duur ook gebieden bereiken waar geen malaria heerst en waar je die muggen liever niet ziet. Bovendien kunnen er effecten zijn in de voedselketen, er kunnen andere muggen zijn die de plek van de malariamug overnemen, allemaal effecten die niet goed in de hand te houden zijn.
Aan de andere kant weten we dat malaria een hele beroerde ziekte is. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie leden er in het jaar 2015 214 miljoen mensen aan malaria, waarvan er 438.000 overleden. Vooral de tropische delen van Afrika, Zuid Amerika en Azië hebben er mee te maken. Het is niet voor niets dat Westerse toeristen die naar de tropen reizen aangeraden wordt om anti-malariapillen te slikken. Als je de middelen hebt om niet alleen de patiënten te behandelen maar de hele ziekte uit te roeien, ben je dat dan niet moreel verplicht, al was het alleen maar om het uit te proberen?
In principe kun je de techniek niet alleen tegen malaria maar ook tegen andere door insecten overgebrachte ziektes inzetten zoals knokelkoorts en Zika. Een Engels bedrijf heeft een mug gefabriceerd waarvan het mannetje zo veranderd is dat na een paring de nakomelingen allemaal dood gaan. Daardoor kan de muggenpopulatie met 90% gereduceerd worden. De Amerikaanse FDA heeft in 2016 toestemming gegeven om het uit te proberen in Florida. Het heeft niet veel internationale aandacht getrokken omdat de proef gelijk viel met de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Maar de weerstand onder de bevolking was massaal.
Het tijdschrift Science interviewde vorige week een paar wetenschappers over dit dilemma. Men is er nog niet uit. Eerst moeten de risico’s beter in beeld gebracht worden. Dit zijn zo de dilemma’s van een bioloog. Wanneer moet je een stap durven zetten naar de toepassing, ook al kun je de gevolgen nog niet goed overzien? Een goede kennis van evolutiebiologie en genetica is in ieder geval nodig; dat is mijn bijdrage aan de discussie.