Bacteriën vullen de taart van het leven

“Het is alsof je op een podium staat waar je alle hoeken en gaten van gezien hebt. Je denkt dat je alles weet, maar dan trek je een gordijn open en het blijkt dat daarachter nog een hele wereld ligt, een wereld die je nog niet kende en waar nog van alles te ontdekken valt.” Dit was mijn favoriete beeld toen ik 10-15 jaar geleden het veld van de genoombiologie begon te ontdekken. Ik heb het vaak gebruikt in lezingen om mijn verwondering en enthousiasme te illustreren. Ik vond de mogelijkheden die de moderne biotechnologie bood zo opwindend dat ik het gevoel had aan een hele nieuwe carrière te beginnen. Hoe kan iemand van ruim in de vijftig nog aan een nieuwe carrière beginnen? Toch was het zo.

Een van de dingen waar ik me altijd over verwonderd heb is de rijkdom van micro-organismen in de bodem. Iedereen weet dat er bacteriën bestaan maar niemand realiseert zich dat het er zo ontzettend veel zijn. En wanneer ik zeg ontzettend veel bedoel ik echt ontzettend veel.

Een voorbeeld is een bacteriegroep (Acidobacteria, als u het wilt weten) waarvan in het jaar 2000 drie soorten bekend waren. Men wist dat die in de bodem zaten maar het was kennelijk geen belangrijke groep. Totdat microbiologen het DNA van de bodem begonnen uit te pluizen en ontdekten dat er honderden, nee duizenden soorten van dit soort bacteriën waren. Het bleek zelfs dat in een normale bodem bijna de helft van de bacteriën tot deze groep behoorde. “Wat hebben de microbiologen al die tijd gedaan?” zei ik schertsend bij de lezing. Gelukkig vatten de luisteraars het sportief op en later mocht ik een hoofdstuk schrijven in een boek over microbiologie, de Microcanon, dat nu vertaald is als “Mighty Microbes”. Ik sta daar in met beroemde microbiologen en ik ben zelf niet eens een echte microbioloog, dus ik ben er trots op.

Maar tegelijkertijd begonnen de microben terug te slaan. Eind vorig jaar verscheen al een artikel waarin de totale biodiversiteit op aarde opnieuw geschat werd. Dat wordt meestal weergegeven in de vorm van een taartpuntendiagram. In de traditionele “taart van het leven” werd altijd driekwart van de taart gereserveerd voor insecten omdat dat nu eenmaal verreweg de meest soortenrijke groep is. Driekwart van alle soorten ter wereld is insect! En daarvan is meer dan een derde kever, dus de Schepper (of de evolutie) moet wel een gigantische voorkeur voor kevers gehad hebben! Dit was altijd mijn standaardgrap, gejat van de Engelse bioloog J.B.S. Haldane.

Ik liet die taart graag zien want ze benadrukte hoe belangrijk de groep dieren is waar ik zelf aan werk, de insecten. Maar nu de biodiversiteit opnieuw is uitgerekend en blijkt hoe ontzettend veel bacteriën er zijn, komen de insecten in de verdrukking. In de nieuwe taart van het leven is driekwart bacterie.

Het klopt met ons onderzoek aan bodemdieren want daarin vinden we ook om de haverklap nieuwe, dat wil zeggen, onbekende soorten bacteriën. Op en in een dier zitten weer heel andere bacteriën dan in de bodem. Het is alsof je het eerste gordijn hebt weggetrokken, je hebt je verwonderd over de enorme rijkdom die daarachter te zien is, maar er is nog een tweede gordijn en als je daar aan trekt gaat nog een heel nieuwe wereld open, de wereld van de machtige microben, die overal zijn en alles beïnvloeden.

Ik vermoed dat ik nog een stuk of tien carrières nodig heb om alle gordijnen open te trekken. Dat gaat niet meer lukken. Ik heb geen carrières genoeg om de taart van het leven tot het einde op te eten. Ik geef de machtige microben over aan mijn studenten.