Blijf bij je eigen soort

Bij een dierenasiel in Brazilië was een aangereden hond binnengebracht die er een beetje raar uitzag, met een kop die meer aan een vos deed denken dan aan een hond. Toen het dier was opgeknapt bleek dat ze zich ook raar gedroeg, voor een hond. Ze lustte geen hondenvoer maar jaagde wel op ratten. Het asiel riep de hulp in van biologen van een universiteit in het zuiden van Brazilië. Kortgeleden werd het bewijs gepubliceerd dat de “hond” een bastaard was, van een hond en een vos, de Braziliaanse pampavos. De biologen noemen het een hybride, het resultaat van een kruising tussen twee verschillende biologische soorten. In dit geval is dat nogal bijzonder omdat honden en vossen behoren tot verschillende geslachten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld honden en wolven die beide tot het geslacht Canis behoren.

Het tijdschrift KIJK kreeg dit bericht onder ogen en vroeg wat ik ervan vond. Moeten we ons zorgen maken om het toenemende aantal hybridisaties tussen huisdieren en wilde dieren? We kennen ook kruisingen tussen een grizzlybeer en een ijsbeer die ontstaan doordat de grizzly’s steeds verder naar het Noorden voorkomen en de ijsberen het zuiden opzoeken. Vroeger kwamen ze elkaar nooit tegen maar nu wel. Ook de menselijke bevolking breidt zich steeds meer uit naar natuurgebieden zodat ook gezelschapsdieren van de mens in aanraking komen met wilde dieren. Misschien dat klimaatverandering zulke hybridisaties in de hand werkt?

Ik zei: ”Dit soort situaties zijn bij zoogdieren zo zeldzaam dat we ons er niet druk over hoeven te maken”. Zoogdieren hebben van nature een heel sterke barrière die kruisingen tussen soorten verhindert. In eerste instantie werkt het seksueel gedrag al isolerend. Als de partner raar ruikt, niet reageert op seks-feromonen of afwijkend paargedrag vertoont, zal er geen kruising plaatsvinden. En als er al een kruising plaatsvindt is er een heel sterke genetische barrière die verhindert dat een bevruchte eicel zich tot een embryo kan ontwikkelen. Dat het kennelijk wel gelukt is bij een hond en een vos is bijzonder, maar het is een uitzondering.

Als zo’n hybride kan doorkruisen met andere hybriden of met een van de twee oorspronkelijke soorten ontstaat er soms een nieuwe soort. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de bastaardkikker. Dat is een kruising tussen een meerkikker en een poelkikker, met kleurpatronen die tussen die twee in liggen. Deze drie soorten groene kikkers zijn erg moeilijk uit elkaar te houden. Maar bij zoogdieren zijn er, voor zover ik weet, geen nieuwe soorten ontstaan door hybridisatie. Bekend zijn de kruisingen in dierentuinen tussen leeuwen en tijgers en tussen leeuwen en luipaarden. Bij landbouwhuisdieren zien we ook hybride kruisingen, bijvoorbeeld tussen ezels en paarden en tussen schapen en geiten. Die hybriden zullen, als de dieren in hetzelfde gebied leven, ook wel eens in de natuur voorkomen, maar er zijn nooit nieuwe soorten uit ontstaan omdat de hybriden niet vruchtbaar zijn.

De pampavos en de hond zijn 6,7 miljoen jaar geleden uit elkaar gegaan. Ze behoren nu tot twee verschillende geslachten. Ook de mens en de chimpansee zijn in die tijdspanne uit elkaar gegaan. Het is misschien een impertinente vraag, maar toch interessant: zijn mensen kruisbaar met mensapen? Er was in het begin van de twintigste eeuw een Nederlandse bioloog, Bernelot Moens, die dit wilde uitproberen. Hij stelde voor om proeven te doen met vrouwelijke gorilla’s die kunstmatig geïnsemineerd zouden worden met menselijk sperma. Dat moest gebeuren in Congo. Hij kreeg zelfs subsidie voor dat plan. Maar het is er niet van gekomen.

We weten nu trouwens dat het niks zou opleveren: mensen zijn niet kruisbaar met mensapen. Een belangrijke barrière is het feit dat alle mensapen één chromosoom meer hebben dan wij. Ergens in de evolutie van de mens zijn twee mensaap-chromosomen gefuseerd tot één chromosoom. Bij een mens-mensaap-bevruchting, als het al zou gebeuren, zou geen levensvatbaar embryo kunnen ontstaan. Gelukkig maar.