Chronisch vermoeid door ontregeling van de stofwisseling
Vorige week maakte het wetenschappelijke tijdschrift Nature gewag van de voortgang van onderzoek naar het chronische vermoeidheidssyndroom, in het Nederlands meestal aangeduid als ME (myalgische encefalomyelitis). Het is een ziekte die vroeger het imago had van vage psychosomatische klachten, maar sinds een aantal jaren beschouwd wordt als iets met een biologische oorzaak. In 2015 publiceerde het Amerikaanse Instituut voor Geneeskunde een diepgaande analyse van 9000 ME-studies, waarbij de deskundigen stelden dat zowel de lichamelijke als de psychische klachten een gevolg zijn van ontregeling van de stofwisseling, die diep in alle cellen van het menselijk lichaam zit.
Ik ben geen medicus en van de ziekte heb ik geen verstand, maar het mechanisme dat men nu op het spoor is trok direct mijn aandacht omdat het dezelfde cellulaire processen betreft die bestudeerd worden in de toxicologie, waar ik zelf ook onderzoek aan gedaan heb. Elke cel van het lichaam is ingericht op het bieden van weerstand aan verstoring. Het is zo’n basaal aspect van het leven dat het teruggaat op de allereerste cellen: die moesten bestand zijn tegen verstoring van buiten, zoals schommelingen van de temperatuur en het zoutgehalte, en aanvallen door giftige chemicaliën. Er is een speciaal verdedigingssysteem voor, de cellulaire stress-respons. Ons systeem komt in veel opzichten overeen met dat van bacteriën, zo oud is het al. In de loop van de evolutie zijn er een groot aantal regelcircuits omheen gebouwd maar sommige van de eiwitten hebben wij nog steeds gemeen met de meest primitieve organismen.
De hypothese die men nu heeft is dat het chronische vermoeidheidssyndroom veroorzaakt wordt door een verkeerde reactie op stress en inspanning. De cellen van ME-patiënten schakelen bij een stress-respons over op een inefficiënte manier van energieopwekking. Daardoor kunnen ze niet goed herstellen van de stress. Uitrusten helpt nauwelijks. Dit zou de chronische vermoeidheid veroorzaken en allerlei ernstige gevolgen zoals chronische pijn en ontstekingen. Een adviesgroep van het Amerikaanse Ministerie van Volksgezondheid adviseerde daarom een paar jaar geleden om de ziekte een nieuwe naam te geven, namelijk “Systemische inspanningsintolerantie” (SEID).
ME komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen, vooral in leeftijden tussen 40 en 60 jaar en heeft meestal een min of meer duidelijk begin, dat wil zeggen, je wordt er niet mee geboren maar het ontstaat tijdens je leven. Voor het overige zijn de verschijnselen zo divers dat ME waarschijnlijk beschouwd moet worden als een verzameling van verschillende aandoeningen. Het is ook de vraag of alle ziekteverschijnselen van ME onder de nieuwe benaming SEID vallen, maar inspanningsintolerantie is wel een aanduiding die verwijst naar een bepaald mechanisme waar het onderzoek iets mee kan. Het is mogelijk dat het grote aantal factoren dat ME kan opwekken uiteindelijk allemaal samenkomt in een verkeerde afregeling van de stofwisseling in reactie op stress of inspanning.
De Amerikaanse biochemicus Ronald Davis van het Genoomtechnologiecentrum in Stanford heeft nu een test ontwikkeld waarmee de diagnose SEID gesteld kan worden. Hij stopt witte bloedlichaampjes van de patiënt in een klein kamertje en meet de reactie van de cellen op een verstoring, bijvoorbeeld een hoge zoutconcentratie, waarbij hij kijkt naar de energievoorziening bij het herstel. Het is een test die nog verder uitgeprobeerd moet worden en die ook nog lang geen uitzicht biedt op een behandeling, maar het geeft wel een mogelijk aanknopingspunt.
Davis is vooral gemotiveerd om zijn onderzoek door te zetten vanwege zijn zoon, die aan chronische vermoeidheid leidt. Hij is vastbesloten om een doorbraak te forceren. Fundamenteel onderzoek aan de cellulaire stress-respons kan mogelijk voor een deel van de ME-patiënten uitzicht op een therapie betekenen.