De mens sinds Lowlands 2012

Op 19 augustus, de dag van vandaag, gaf ik in de Echotent van het Lowlands-festival een lezing over “Het wezen van de mens”. Die dag, nu precies 10 jaar geleden, viel toen op een zondag. Ik kijk er met veel plezier op terug. Je geeft niet elke dag een lezing voor een publiek van een paar duizend jongelui. Na afloop ben ik nog met een filmploeg over het terrein gelopen op zoek naar mensen die enigszins neanderthalerachtige kenmerken hadden. Mijn lezing ging namelijk over het toen net ontdekte feit dat er stukjes neanderthaler-DNA in het humane genoom zitten.

Indertijd was dat een opzienbarende ontdekking. Ik weet niet of het Lowlands-publiek zich realiseerde dat ik ze kond deed van een recente wetenschappelijke doorbraak, maar voor mijzelf was het een grote schok. Daarvoor had ik jarenlang bij cursussen over de evolutie van de mens volgehouden dat mens en neanderthaler twee gescheiden soorten zijn die niet onderling gekruist hebben. Dat bleek ook uit DNA-onderzoek. Ik heb zelfs nog eens bij een officiële bijeenkomt van de Vrije Universiteit een stukje DNA van de leden van het college van bestuur uitgelezen. Daaruit bleek dat ze geen neanderthaler-DNA hadden. Daar waren ze toen erg blij mee, maar het klopte achteraf niet. In 2011 bleek dat die conclusie alleen gold voor een klein deel van het genoom dat via de vrouwelijke lijn overerft. Als je kijkt naar het hele DNA zie je wel degelijk dat er overal neanderthaler-genen in de mens aanwezig zijn.

Tien jaar is een hele tijd in de wetenschap. Wat is er sinds die memorabele dag op Lowlands gebeurd? In de eerste plaats bleek dat de kruisingen tussen mensensoorten verschillende keren zijn opgetreden. Degene die het eerst bekend werd heeft plaatsgevonden ongeveer 60.000 jaar geleden in het Midden-Oosten. Maar er zijn nog minstens vier andere hybridisaties geweest, ook met een andere mensensoort, de denisovamens. Opvallend is dat het DNA dat alleen via de vrouwelijke lijn overerft nooit neanderthaler-kenmerken heeft. Dat zou kunnen betekenen dat het in alle gevallen mannelijke neanderthalers geweest zijn die het gedaan hebben met vrouwelijke mensen. Het is ook mogelijk dat bij omgekeerde kruisingen (mannelijke mens met vrouwelijke neanderthaler) de nakomelingen niet vruchtbaar waren.

Maar het meest opvallende inzicht van de afgelopen tien jaar is wel dat het neanderthaler-DNA allerlei minder gunstige kenmerken in ons gebracht heeft. In 2016 rapporteerde men dat aandoeningen zoals depressies, verslaving aan tabak, huidproblemen, maagklachten, storingen in de bloedstolling en afwijkingen aan de urinewegen allemaal te maken hadden met neanderthaler-DNA. In 2020 bleek zelfs dat een stuk van chromosoom 3, waarvan bekend is dat het een risicofactor vormt voor het ontwikkelen van ernstige ziekte na een corona-infectie, afkomstig is van de neanderthaler. Dat zou misschien ook een verklaring kunnen geven voor de opvallende verschillen in de bevattelijkheid voor covid-19. Sommige mensen in mijn omgeving zijn al meerdere keren ziek geweest, gevaccineerd of niet, terwijl ik zelf al die jaren nog nooit iets heb gehad dat op corona leek (hoewel ik waarschijnlijk echt wel een paar keer zonder het te weten besmet geweest ben). Ik heb kennelijk dat beroerde stuk neanderthaler-DNA niet. Het zou ook kunnen verklaren waarom covid-19 onder bepaalde bevolkingsgroepen, zoals Afrikanen, minder voorkomt (Afrikanen hebben geen neanderthaler-DNA), al kan dat natuurlijk ook aan allerlei andere dingen liggen. Overigens wordt in recent onderzoek onder een groot aantal bewoners van IJsland, de relatie tussen neanderthaler-DNA en ziekte weer ontkend. Het ligt kennelijk nog een beetje ingewikkelder.

Dat die neanderthaler-kruising zoveel medische implicaties zou hebben had ik nooit verwacht. Bij mijn Lowlands-lezing was de wereld nog eenvoudig. Bijna alles is bij nader inzien veel ingewikkelder dan je eerst dacht. Maar eenvoud is een mooi ding voor een lezing. Juist daarom kan ik met zoveel plezier terugkijken op 19 augustus 2012.