De onpletbare kever

In de categorie luchtig maar solide wetenschappelijk nieuws las ik vorige week een artikel over de “onpletbare kever”. Het is een dier dat behoort tot de “ijzerbeklede zwartlijven”, een weinig bekende kevergroep, zelfs onder biologen. Het onderzoek ging over een soort met de toepasselijke naam “diabolische ijzerbeklede zwartlijfkever” die zo vreselijk sterk en hard is, dat je er met een auto overheen kunt rijden zonder dat het dier er last van heeft. Ik schrijf er hier over om u wat afleiding te bezorgen in deze onzekere tijden.

De onderzoekers hadden de sterkte van het diertje gemeten door het samen te persen tussen twee staalplaten en de kracht te meten bij breking van het lichaam. Ze vertelden er wel bij dat ze het dier eerst euthanasie verleend hadden. Ik moest denken aan de eerste terminatorfilm waarin na een bloedstollende achtervolgingsscene de Terminator eindelijk door Sarah Connor platgedrukt wordt in een hydraulische pers. Ik vermoed dat de diabolische ijzerbeklede zwartlijfkever zelfs deze behandeling overleefd had. Ze kunnen een kracht op hun lichaam weerstaan gelijk aan 39,000 keer hun eigen lichaamsgewicht. Voor ons zou dat een gewicht zijn van ongeveer 3.000 ton.

Maar toch tref je zulke sterke staaltjes wel vaker aan in de natuur. Zo is bekend dat de zijden draden van spinnen sterker zijn dan staal als ze de dikte van betonijzer zouden hebben. Het is geen wonder dat bouwkundigen en technici al jaren proberen erachter te komen waarom die materialen zo sterk zijn. Is het de substantie waaruit ze zijn opgebouwd, de vorm of de constructie?

Zelf heb ik me altijd verbaasd over de kracht van sommige mijten die in de bodem voorkomen. Er is een groep mijten, een hele familie zelfs, die zich bij onraad oprollen als een bolletje, met ingetrokken poten. Ik heb er erg veel verzameld, jaren geleden, bij mijn promotieonderzoek. Wekelijks ging ik naar het bos, nam daar een aantal bodemmonsters en extraheerde de hele levende have van kleine diertjes die in de bodem zat. In sommige monsters zat een enorm aantal van die bolletjesmijten. Ik had daar een vreselijke hekel aan want het probleem was, om ze te tellen onder de microscoop, moet je ze een voor een pakken. Maar zodra je er eentje op het oog hebt en je wilt haar oppakken met je pincet springt ze weg, ook al knijp je nog zo hard. Het beestje is zo hard en glad dat je haar (het zijn allemaal vrouwtjes) met geen mogelijkheid te pakken kunt krijgen. Overduidelijk is dit een verdediging tegen vraat, want als ik zo’n beest niet tussen mijn pincet krijg, krijgt ook een roofdier het beest niet tussen zijn kaken. Hetzelfde geldt voor de diabolische kever, al heeft die de zaak wel wat overdreven vind ik.

Je zou denken, dit zijn typisch biologenverhalen die wel leuk zijn maar verder totaal onbelangrijk, maar dat is niet zo. De onderzoekers van de diabolische kever – het zijn geen biologen maar ingenieurs – hebben precies uitgezocht wat er zo bijzonder is aan de kever. De dekschilden die zich uitstrekken over het achterlijf zijn in het midden zeer stevig aan elkaar bevestigd met talloze zwaluwstaartverbindingen, waardoor het dekschild als één geheel werkt en de krachten gelijk verdeeld worden. Verder staat het een beetje bol naar boven, wat bijdraagt aan afleiding van het gewicht naar de zijkant. Maar het meest bijzonder zijn de gewrichten waarmee het rugschild zijdelings aan het lichaam verbonden is. Er zijn drie gewrichten, met een verschillende beweeglijkheid, zodat het dekschild onbeweeglijk maar toch enigszins flexibel aan de rest van het lichaam vast zit.

De kever zou, volgens de onderzoekers, een inspiratie kunnen zijn voor de constructie van grote infrastructurele werken zoals bruggen, gebouwen en torens. Men noemt het biomimetisch ontwerp: technische installaties die gebruikmaken van evolutionaire principes uit de natuur. De terminator had het niet begrepen; de kever is slimmer, want die is geëvolueerd.