De Rus in de ban

De oorlog in Oekraïne werkt ook door in de wetenschap. Vorige week al publiceerde de Koninklijke Academie van Wetenschappen, samen met de Vereniging van Nederlandse Universiteiten en nog een aantal andere organisaties, eensgezind een verklaring: alle lopende projecten met universiteiten en kennisinstellingen in Rusland en Wit-Rusland moeten worden afgebroken.

Ik had er zelf ook mee te maken omdat ik betrokken ben bij de organisatie van een groot internationaal congres, in Maastricht, in september van dit jaar. Willen we Russische onderzoekers op het congres? Het kostte heel wat heen en weer gepraat en gemail, omdat bij het congres twee grote internationale organisaties betrokken zijn, een Europese en een mondiale. Nederlanders zijn het scherpst: de Rus komt er niet in, maar de Duitsers zijn iets voorzichtiger en de Amerikanen nog meer. Maar sinds vandaag hebben we een compromis dat op de website gepubliceerd wordt. Alleen Russen die vanuit een ander land naar ons congres komen kunnen worden toegelaten. Het gaat ons niet om de etniciteit van de wetenschapper, maar om zijn of haar verbinding met Rusland, een land dat met leugens en valse voorwendsels een aanvalsoorlog is begonnen tegen een ander land.

Ik vond dan ook dat Joost Prinsen in de krant van afgelopen woensdag er veel te gemakkelijk over deed. Hij schreef: ”…als we Russische individuen, mits schuldig, veroordelen dan moeten we onschuldige Russen met rust laten. En ophouden met de banvloek uit te spreken over zangers, schrijvers, componisten of hele steden”. Maar zo gemakkelijk is het niet, Joost. De Rus moet geboycot worden omdat de Russen zelf moeten veranderen. De enige manier om van Poetin af te komen is door middel van druk in Rusland zelf. Ik zou graag willen dat Alexander Sergeev, de president van de Russische Academie van Wetenschappen, Poetin opbelt met het bericht: “Hoor eens Vladimirovitsj, hou eens op met die oorlog want ons hele wetenschappelijke systeem gaat eraan. We kunnen niks meer publiceren en we kunnen niet meer naar congressen. Stop ermee.” Dat is het doel en ook de Russische zangers, schrijvers en componisten mogen worden aangesproken op de wandaden van hun regering.

Ik heb zelf één Russische promovendus gehad die in Nederland woont; zij heeft zich solidair verklaard met Oekraïne. Verder heb ik verschillende Russische collega’s, waarmee ik uitvoerig samengewerkt heb. Dat geldt voor veel Nederlandse wetenschappers, want op wetenschappelijk gebied is de relatie tussen Nederland en Rusland altijd goed geweest. Ik ben zelfs ooit, vlak na de val van de muur, naar Moskou gereisd met 60.000 gulden in contanten in mijn binnenzak, ter financiering van een kleine conferentie, gesponsord door nota bene de NAVO. Het geld heb ik ter plekke uitbetaald aan reiskosten van de deelnemers en ik kwam terug met een kwitantieboekje. Hoe de mensen waar ik toen mee samenwerkte in het huidige conflict staan weet ik niet.

Ons congres in Maastricht gaat over toxicologie, de leer van de vergiften. Nu heeft juist Rusland, om het zacht uit te drukken, geen goede naam op dit gebied. Het land staat bekend om de vele aanslagen met zware vergiften op mensen in het buitenland die niet in de smaak vielen van de Russische regering. De Oekraïense president Viktor Joesjtsjenko werd in 2004 vergiftigd met zuivere dioxine en overleefde ternauwernood. De Russische dissident Vladimir Litvinenko trof het slechter: hij werd in 2006 in Londen vermoord met een dodelijke dosis polonium. In 2018 werd de voormalige Russische militair Sergej Skripal en zijn dochter Joelia vergiftigd met het zenuwgas novitsjok en hetzelfde middel werd 2 jaar geleden gebruikt tegen de Kremlincriticus Aleksej Navalni. En dat is nog maar een kleine greep uit de vele verdachte vergiftigingen die toegeschreven worden aan de Russische Geheime Dienst. Toxicologen uit een land dat oorlogsgeweld en vergif gebruikt om zijn critici te bestrijden verdienen geen plek op een wetenschappelijk congres. Dat is geen salonsolidariteit, Joost.