De verlegen wetenschapper
Soms hoor je pas bij het afscheid wat een collega allemaal gepresteerd heeft in zijn wetenschappelijke carrière. Guus Schreiber ging met pensioen, hoogleraar in de informatica, decaan van de Bètafaculteit van de VU, aimabel persoon, met wie ik in het bestuur van de faculteit gezeten heb. Het was een moeilijke tijd, met veel tegenstellingen, tegenstribbelende studenten, continu ruzie met de UvA, samenwerkingsprojecten die mislukten en tenslotte de corona-pandemie. Daar stopte het voor mij mee, maar Guus zette door en wist de faculteit in goed vaarwater te houden.
Guus is expert op het gebied van kennisgebruik door computers en het delen van die kennis over het internet. Hoe maak je een computer wijs wat een stoel is, wat er in de Bijbel staat, wie Barack Obama is, wat er zo bijzonder is aan de muziek van Radiohead, of wat liefde is? Wij doen dat met taal, we vertellen het en de ander begrijpt het. Maar een computer verstaat geen Nederlands, ook geen Engels. Je hebt een protocol nodig waarmee je de computer kunt wijsmaken wat een stoel is. Hoe maak je zo’n protocol? En nog belangrijker, hoe zorg je ervoor dat over de hele wereld hetzelfde protocol gebruikt wordt? Als de Chinezen het anders doen dan de Amerikanen en de Koreanen weer verschillen van de Fransen, wordt het onmogelijk om kennis uit te wisselen tussen computers. En dat is nu juist wat je wilt met het wereldwijde web: dat Chinezen, Amerikanen, Koreanen en Fransen het object stoel op dezelfde manier in hun computer zetten, met een systeem dat de rest van de wereld ook begrijpt.
Guus zat in W3C, het World-Wide Web Consortium (je kunt altijd rekenen op een informaticus voor een geinige afkorting). Dit is een internationale beweging die streeft naar openbare standaarden voor gebruik van het internet. Het consortium is opgericht in 1994 en bestaat uit wetenschappers die geheel op eigen titel meedoen. Ze vertegenwoordigen geen belangen van bedrijven of overheden. Dat moet ook want er zijn altijd mensen die geld willen verdienen aan het web, patenten hebben die ze willen beschermen, enzovoorts. Maar de club van Guus streeft naar openbare toegankelijkheid van alle kennis.
Guus heeft een protocol geschreven, genaamd RDF (“Resource Description Framework”) dat nu overal gebruikt wordt. Het protocol geeft aan hoe je het object stoel (en de Bijbel, Obama, Radiohead en liefde), moet beschrijven op een eenduidige manier. Vraag me niet er meer over te vertellen want ik heb geen flauw idee hoe je dat zou moeten doen. Maar ik begrijp wel de noodzaak, want als de Chinezen het over een stoel hebben en de Amerikanen over een bank, de Koreanen over een kruk en de Fransen over een fauteuil, terwijl ze denken dat het allemaal hetzelfde is, dan wordt communicatie wel erg moeizaam. Ik stond paf toen ik dit allemaal tot me door liet dringen. Ik had nog nooit van W3C of RDF gehoord, terwijl ik er waarschijnlijk dagelijks gebruik van maak. Zonder Guus was het een zooitje geworden op het internet!
Een paar dagen na het afscheid van Guus overleed Paul van Vliet. Ik vond dat altijd een sympathieke cabaretier, hoewel ik niet zo weg was van zijn zweverige liedjes. Paul van Vliet was een bekende Nederlander, Guus Schreiber is dat niet. Ik stel aarzelend de vraag: is dat terecht? Want wees nou eerlijk: wat is de blijvende bijdrage van Paul van Vliet aan de ontwikkeling van de maatschappij? Natuurlijk hebben duizenden Nederlanders genoten van zijn sketches; zijn liedjes zullen nog tientallen jaren herinnerd en geneuried worden, maar intussen gebruiken miljoenen mensen dagelijks de gestandaardiseerde computer-protocollen van Guus Schreiber. Overschatten we niet het maatschappelijk belang van filmsterren, televisiepersoonlijkheden en zangers ten opzichte van wetenschappers die stilletjes een blijvende bijdrage geleverd hebben aan de welvaart? Wetenschappers zijn te verlegen.