De waarde van een walvis
Hoe slim en slagvaardig kunnen jonge mensen zijn! Ik verbaas me soms over het niveau van talentvolle studenten. Ze doen dingen, hebben ideeën, ondernemen activiteiten die ik nooit had gekund toen ik zo oud was.
Ik ben als bijbaantje even een paar maanden lid van een commissie die de Nederlandse universiteiten visiteert. We zijn al in Utrecht en Nijmegen geweest, daarna volgen Groningen, Leiden en Amsterdam. Bij elke universiteit kijken we naar de kwaliteit van de biologie-opleidingen: is de onderwijsorganisatie op orde, hoe garanderen ze de didactiek van hun docenten, wat is het niveau van de examens en hoe begeleiden ze hun studenten? Als het allemaal goed is geven we een positief advies af en dan kan de opleiding doorgaan. We worden altijd met veel egards ontvangen want het belang voor de universiteit is groot.
Het mooiste van dit commissiewerk is het lezen van de eindwerken. Elke student maakt aan het eind van zijn studie een thesis over een bepaald onderwerp. Er zijn natuurlijk zesjes bij, studenten die net geslaagd zijn, maar er zijn ook verslagen bij waar je mond van open valt.
Zo las ik van een student Mariene Biologie uit Groningen een verslag van haar onderzoek naar de jacht op walvissen, in het bijzonder de dwergvinvis. Hij heet “dwerg” maar hij is evengoed nog 10 meter lang. Hij komt voor in het noorden van de Atlantische Oceaan en hij wordt veel gezien voor de kust van IJsland. Na een roerige periode is IJsland in 2003 weer begonnen met de jacht op walvissen en de aandacht is daarbij gericht op dwergvinvis omdat die niet te boek staat als bedreigd. Later is de zone waarin niet op walvis gejaagd mag worden uitgebreid waardoor het op dit moment nauwelijks nog rendabel is om vanuit IJsland op dwergvinvis te jagen. Als alternatief hebben inventieve ondernemers in de kustplaatsen ecotoerismebedrijven opgericht. Voor een bedrag van rond de 100 euro kun je een tripje van een paar uur boeken waarbij een boot je dicht bij de walvissen brengt. Dat is een enorm spektakel dat mensen graag willen meemaken.
Nu had de talentvolle student waarvan ik de scriptie las, uitgezocht hoeveel een levende walvis waard is als je hem van dichtbij kunt bekijken en hoeveel die walvis zou opbrengen als je hem zou vangen en slachten. Dat is nog niet zo makkelijk want de kans om een dwergvinvis te zien varieert van 60 tot 80%, afhankelijk van de populatie-omvang, het jaargetijde en het weer. Welk bedrag toeristen bereid zijn te betalen staat ook niet vast evenals het aantal mensen dat aan boord van een schip gaat. Bovendien zijn er ook nog indirecte inkomsten voor de plaats waar de excursie vertrekt, want de toeristen moeten ook slapen en eten. Toeristen die op dit soort bestemmingen afkomen hebben meestal wel wat geld te besteden, dus ze kopen ook souvenirs of andere dingen. De student had met al deze posten rekening gehouden en kwam tot de voor mij verbluffende conclusie dat een levende walvis meer waard is dan een dode.
Ik ben tegen de walvisjacht maar ik was dat altijd om ethische redenen: een walvis is een hoogontwikkeld zoogdier dat je niet voor menselijke consumptie behoort af te maken. Maar dat het ook economisch rendabeler kan zijn om ze gewoon te laten zwemmen, dat had ik nooit zelf bedacht.
Bij de beoordeling van studenten neem ik vaak mezelf als maatstaf. Ik stel me voor dat ik op die leeftijd in die situatie dezelfde opdracht had gekregen. Ik geef mezelf dan een 8. Een 9 geef ik aan een student die het duidelijk beter doet dan ik in die situatie gedaan kon hebben. Deze vuistregel klopt meestal vrij goed als je het vergelijkt met uitgebreidere objectieve scoretabellen. De student van de dwergvinvis was zo iemand. Dank je wel! Ze maakte het de moeite waard om het soms toch wel saaie werk van een visitatiecommissie vol te houden.