Een mooie stad aan zijn lot overgelaten
Waarom moet een stedentripje naar Midden-Europa altijd naar het door toeristen platgetreden Praag gaan, als je ook een prachtig stadje als Lwów in Oekraïne kunt bezoeken? Neem de trein vanaf Krakau, stap over in Przemyśl en een eindje voorbij de buitengrens van de Europese Unie ligt je bestemming. Het centrum van Lwów is een melée van keien, kerken en koffiehuizen waar met een mooie combinatie van sjofelheid en authenticiteit de trams met veel gerammel doorheen rijden. Lwów staat sinds 1998 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en het bruist bovendien van de gezelligheid, echt een plek waar een Nederlander zich thuis voelt.
Het oosten lokte tijdens mijn verblijf in Krakau en ik kon er geen weerstand aan bieden. Het zal wel te maken hebben met mijn biologisch bepaalde aanleg om nieuwe dingen te verkennen, of misschien was het gewoon mijn nieuwsgierigheid; in ieder geval, ik nam de trein naar Oekraïne.
Oekraïne hunkert naar aansluiting met Europa en gelijk hebben ze, maar de Europese Unie en de NATO laten het land aan zijn lot over. De Russen hebben het oosten bezet, evenals de Krim, terwijl noch Amerika, noch Europa er iets tegen deed. Een Oekraïens lidmaatschap van de Europese Unie is zo logisch als maar kan, maar het is onbespreekbaar vanwege de anti-Europese stemmingmakerij overal in Europa. Oekraïne moet het voorlopig doen met een associatieverdrag. Toch hoort Oekraïne qua historie en cultuur veel meer bij Europa dan een land als Turkije, waar wel toetredingsonderhandelingen mee lopen, al zijn die gelukkig sinds maart van dit jaar officieel in de ijskast gezet vanwege de antidemocratische machtspolitiek van Erdogan.
Lwów heeft een enorm rijke maar dramatische geschiedenis. De streek West-Oekraïne of Galicië hoorde bij Polen, Oostenrijk, Duitsland en Rusland. De stad heeft daardoor vijf verschillende namen, behalve Lwów ook Lvov, Lviv, Lemberg of Lemberik, afhankelijk van of je Russisch, Pools, Duits of Jiddisch bent. In de veertiende eeuw werd de streek bezet door het Poolse leger en gedurende drie eeuwen was Lwów Pools. Maar bij de opdeling van Polen kwam Lwów onder bestuur van de Oostenrijkse Habsburgers om na een korte periode van onafhankelijkheid na de Eerste Wereldoorlog onder Sovjet-bewind te komen. Terwijl West-Oekraïne bekend stond als de graanschuur van Europa, leidde de door Stalin met harde hand doorgevoerde collectivisatie van de landbouw tot een ongekende hongersnood, waar naar schatting vier miljoen mensen aan bezweken, een drama dat in Oekraïne bekend staat als de “Holodomor”, en een belangrijke bron van anti-Russische gevoelens. In 1941 viel Duitsland de Sovjetunie aan en veroverde het grootste deel van Oekraïne waaronder Lwów. De bezetting door de nazi’s betekende het einde van de Lwówse Joden. De stad had een aanzienlijke Joodse bevolking van 150.000 zielen, die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog nog toenam door vluchtelingen vanuit Polen. Vrijwel die hele Joodse gemeenschap is door de nazi’s afgevoerd en uitgemoord. De synagoge in de Joodse wijk werd opgeblazen; op die plaats is nu een indrukwekkend gedenkteken.
Na de capitulatie van Duitsland kwam Lwów aan de “verkeerde” kant van het ijzeren gordijn terecht. Het had net zo goed een Poolse stad kunnen worden. Lwów was een brandhaard voor de Oekraïense Maidan-revolutie van 2014 die leidde tot het afzetten van de Rusland-gezinde president Janoekovytsj. Het land heeft sindsdien de ogen strak gericht op het Westen. De nieuwe president Zelenski zei zelfs na zijn verkiezing deze maand dat “niemand de koers van Oekraïne richting Europa zal stoppen”.
Zo werd mijn bezoek aan de mooie stad Lwów tegelijkertijd een mijmering over een land dat aan zijn lot is overgelaten door de internationale politiek. Moet de politiek beter kijken naar de historische en culturele samenhang tussen volkeren, als leidraad voor internationaal beleid? Ja dat moet ze.