En intussen rust de visser

Je kunt haast niet anders dan op het gedicht van Lucebert stappen, als je een bezoek brengt aan Wageningen Marine Research in IJmuiden, het voormalige Rijksinstituut voor Visserijonderzoek. Het gedicht staat gekerfd in een steen pal voor de draaideur: /onder wolken vogels varen/onder golven vliegen vissen/maar daartussen rust de visser/golven worden hoge wolken/wolken worden hoge golven/maar intussen rust de visser. Het gedicht is niet alleen een poëtische entree in een biologisch onderzoeksinstituut, het beschrijft ook zo mooi de missie van het instituut en het is geschreven in het jaar waarin ik ben geboren: drie redenen om er aandacht aan te schenken. Daar komt bij dat mijn bezoek aan IJmuiden viel tijdens het Poetry International Festival, misschien wel de allerbelangrijkste reden om een gedicht te memoreren.

Het gedicht van Lucebert is erg bekend, maar interessant is dat de steen voor de deur in IJmuiden niet de titel vermeldt. Die luidt: “Visser van Ma Yuan”. Waarom het instituut de titel heeft weggelaten is de eerste vraag die ik had moeten stellen bij de vergadering, natuurlijk. Als je eenmaal weet dat het gedicht op een oud Chinees schilderij slaat geeft dat gelijk een heel andere sfeer dan het kale sextet. Ma Yuan was een Chinese landschapsschilder uit de Song-dynastie, die leefde in de 12e eeuw. Zijn schilderij “visser” laat een eenzame man zien in een bootje die hoopvol naar zijn hengel staart tegen een achtergrond waarin water en lucht zonder horizon in elkaar overgaan. Het schilderijtje is sfeervol, maar het gedicht van Lucebert maakt het nog sfeervoller en de plaatsing voor een visserij-instituut is helemaal goed getroffen.

Nadat ik over het plakkaat heen was gestapt volgde binnen een superbelangrijke vergadering waarin we spraken over de kwaliteit van het onderzoek, de geldstromen, de tevredenheid van het personeel en de toekomst van de visserij. Visserij, met name op de Noordzee, is tegenwoordig een zaak waarin je met talloze belangengroepen te maken hebt: er moeten grote windparken gebouwd worden, we hebben miljoenen tonnen zand nodig voor de kustversterking, er varen enorme supertankers naar Rotterdam en niet zo weinig ook, en er staan 600 olie- en gasplatforms die verwijderd moeten worden. En o ja, er wordt ook nog gevist. Wageningen Marine Research heeft de kennis en de modellen om al die belangen tegen elkaar af te wegen en de minister goed te adviseren.

Toen ik terug ging stapte ik weer op het mooie gedicht van Lucebert, en ik dacht: waarom hebben we het nu de hele tijd gehad over onderzoeksthema’s, geldstromen, tevredenheid van het personeel en de toekomst van de visserij? Ik wil niet zeggen dat het geen belangrijke onderwerpen zijn, maar wat te denken van het sextet van Lucebert? Is dat eigenlijk niet veel belangrijker? Het ligt er toch niet voor niks. Hoe prachtig geeft Lucebert, geïnspireerd door een Chinees schilderijtje uit de 12eeeuw, de positie van de visser weer: tussen water en lucht, die niet te scheiden zijn, tussen golven en wolken die in elkaar overgaan. De vogels varen en de vissen vliegen.

Maar de serene rust die het schilderij van Ma Yuan uitstraalt en die zo mooi onder woorden wordt gebracht door Lucebert is sterk in tegenstelling met het werkelijke leven van een moderne visser, dat gekenmerkt wordt door hard werken, continu veranderende regelgeving uit Brussel en Den Haag, plus een slechte naam bij het grote publiek. Die spanning tussen de romantiek en de harde werkelijkheid van de visserij en de mogelijke rol van de poëzie, had ook het onderwerp van de vergadering kunnen zijn. Zeker als je een gedicht in de stoep metselt wek je op dit punt verwachtingen. Misschien moet het Instituut volgend jaar bij Poetry International een speciaal symposium organiseren gewijd aan visserij en poëzie?