Er komt een tak aangewandeld
Toe maar, een hele nieuwe orde is tot Nederland toegetreden, de wandelende takken. Ik heb het dan over een orde van de insecten. Dat er af en toe een nieuwe soort gevonden wordt is niet zo raar. Dat gebeurt aan de lopende band eigenlijk, vooral doordat het steeds warmer wordt en soorten hun verspreidingsgebied naar het noorden uitbreiden. Maar een nieuw dier in Nederland dat tot een geslacht behoort dat we nog niet hadden is bijzonder en een nieuwe familie al helemaal, laat staan een nieuwe orde!
We hebben wel wandelende takken in Nederland, maar dat is vrijwel altijd de Indische wandelende tak die als huisdier in een terrarium gehouden wordt. Deze dieren ontsnappen vaak of worden uitgezet, maar ze kunnen buiten niet overleven dus ze worden niet tot de Nederlandse fauna gerekend. Maar de nu gevonden Gallische wandelende tak blijkt al meer dan 10 jaar in Nederland te leven. Hij is gesignaleerd in een Nederlands natuurgebied en ook op foto’s uit 2008. Jinze Noordijk en zijn collega’s van Naturalis Biodiversiteitscentrum schreven er een mooi artikel over in het lijfblad van de insectenliefhebbers, Entomologische Berichten. Wandelende takken kunnen niet vliegen, en lopen doen ze ook niet al te hard (ze wandelen), dus ze moeten wel meegevoerd zijn met andere materialen. Waarschijnlijk is de Gallische wandelende tak afkomstig uit Zuid-Spanje of Marokko, want daar zijn ze vrij algemeen. Zulke dieren kunnen gemakkelijk met grond of bouwmateriaal meegenomen worden.
Waarom is dat beest niet eerder in Nederland gevonden zou je denken, als hij hier al meer dan 10 jaar zit. Nou, iedereen dacht natuurlijk dat het een Indische wandelende tak was, want ja, wandelende takken lijken nogal op elkaar; ze lijken namelijk allemaal op een wandelende tak. De nieuwe wandelende tak heeft belachelijk korte antennes; dat onderscheidt haar, maar voor de rest is het precies een wandelende tak. De camouflage en het gedrag is zo goed dat ze moeilijk te zien is in de vegetatie. Ze plant zich maagdelijk voort, dat wil zeggen dat er alleen vrouwtjes zijn die zonder de tussenkomst van mannetjes eieren leggen. Omdat ze daarmee achter elkaar doorgaan kan een eenmaal gevestigde populatie zich heel snel uitbreiden.
Wandelende takken zijn in de evolutiebiologie bekend als dieren die een zooitje van hun voortplanting gemaakt hebben. Er komen herhaaldelijk kruisingen voor tussen soorten, wat vervolgens vaak leidt tot verdubbeling van de erfelijke aanleg; daardoor zijn sommige soorten groter dan gebruikelijk voor een insect. En bij kruisingen tussen gewone en verdubbelde wandelende takken ontstaan meestal onvruchtbare bastaardsoorten die vervolgens, als enige uitweg, zich voortplanten door onbevruchte eieren te leggen en maagdelijk te blijven. En bovendien heb je ook nog soorten die zich als man “maagdelijk” voortplanten. Deze leggen hun sperma in vrouwtjes, maar verdringen het vrouwelijk erfelijk materiaal zodat de nakomelingen opgroeien als zonen, identiek aan de vader. Het zijn mannen die alleen zonen krijgen maar daar wel vrouwtjes van een andere soort voor nodig hebben.
De evolutie van de wandelende takken staat bekend als een voorbeeld van netwerk-evolutie. Het is alsof, in een boom, een tak die zich afgesplitst heeft een eindje verderop weer samensmelt met zijn moedertak waaruit hij voorkwam. De Gallische wandelende tak is een mengsel van verschillende voorouders, het is niet één evolutionaire lijn. Bovendien zijn al die maagdelijke voortplanters genetisch identiek aan elkaar, ook al een groot evolutionair schandaal want zonder genetische variatie kun je niet aanpassen aan een veranderend milieu, denken alle evolutiebiologen. De wandelende tak lapt in zijn eentje de hele evolutiebiologie aan zijn laars.
Dus het was me wat vorige week. We zagen een nieuwe orde; de maagdelijke voortplanting rukte op naar Nederland en misschien krijgen we ook nog mannelijke maagden. Het is wel fijn dat de natuur niet bang is voor een beetje nieuwigheid die binnen komt met immigranten.