Evolutie knelt niet, evolutie bevrijdt

Op 24 april sprak schrijver, essayist en televisiemaker Bas Heijne in de Westerkerk in Amsterdam de Abraham Kuyperlezing 2018 uit, een lezing genoemd naar de stichter van de Vrije Universiteit. Het boekje “Vrijheid gelijkheid broederschap” dat na afloop verscheen, is daarvan de weerslag. Het thema van Heijne’s lezing was hetzelfde als in zijn boek uit 2016 “Onbehagen. Nieuw licht op de beschaafde mens”. Heijne is pessimistisch gestemd over de wereld. Hij ziet dat de idealen uit zijn jeugd, het geloof in vooruitgang en het verlichte mensbeeld uit de jaren zestig op hun retour zijn en dat een nieuwe tijd van wanorde aanbreekt. Dezelfde boodschap klinkt door in zijn televisieserie waarvan deze week de laatste aflevering uitgezonden werd.

Wat mij als bioloog stak is dat Heijne zich mede baseert op evolutionaire argumenten. Hij stelt dat de biologie ons steeds meer confronteert met de natuurlijke grenzen van onze vrijheid, dat onze biologie de rationaliteit in de weg zit, en dat de biologische aard van de mens ons aanmoedigt om ons te identificeren met een groep van gelijkgestemden, wat het onmogelijk maakt om de leden van een andere groep als gelijke te zien.

Wat Heijne zegt hoor je wel vaker: de mens is in essentie geneigd tot het slechte, de mens is gemakkelijk te manipuleren en alleen maar uit op directe behoeftebevrediging. Heijne baseert zich o.a. op de Amerikaanse gedragsbioloog Robert Sapolsky die benadrukt dat wij ongeveer dezelfde hersenen hebben als mensapen, dat onze hersenen geëvolueerd zijn om te leven op de Afrikaanse savanne, 100.000 jaar geleden, en dat we niet kunnen omgaan met groepen groter dan 150 mensen. Ook de populaire historicus Nuval Noah Harari zit op deze lijn. Maar het is onterecht volgens mij. Kijk naar wat er werkelijk gebeurd is in de evolutie, mensen.

Heijne is een vertegenwoordiger van wat de Nederlands-Amerikaanse gedragsbioloog Frans De Waal de “vernistheorie” noemt: de mens is in de kern slecht, er is een dun laagje vernis van cultuur en beschaving overheen gegaan, maar er is weinig voor nodig om dat laagje te beschadigen; dan komt onze slechte inborst tevoorschijn, kijk maar naar de burgeroorlog in Joegoslavië, de genocide in Rwanda en de barbaarse praktijken van IS. Maar Frans de Waal wijst deze theorie af; hij heeft een radicaal ander idee: de kern van moreel besef is ouder dan de mens. Uit waarnemingen aan apen blijkt dat ook deze dieren weten wat goed en kwaad is. Het vermogen om soortgenoten te helpen, te troosten, om hulpvaardig gedrag te belonen en slecht gedrag af te straffen is niet uniek voor de mens. De evolutie van ons sociaal gedrag kent verschillende lagen die in elkaar genesteld zijn als de Russische matroejska-poppetjes en waarvan de kern diep in het dierenrijk zit.

Bij de mens is een nieuwe stap gezet. Het grote verschil tussen ons en de mensapen is dat de ontwikkeling van onze hersenen, van embryo tot volwassenheid, enorm vertraagd is. Wij worden volwassen met een brein dat extreem lang jong en flexibel blijft. Wij kunnen tijdens ons hele leven nieuwe dingen leren. Dat is juist onze grootste evolutionaire verworvenheid. Wij zijn niet vastgespijkerd op de savanne met een brein dat alleen maar gericht is op de kleine familiegroep om ons heen. Met datzelfde brein zijn wij in staat om een smartphone te maken en een raket naar de maan te sturen. Het is niet de biologie maar de cultuur die beperkingen oplegt aan onze vrijheid. Weg met het biologisch determinisme!

Het onbehagen waar Heijne over spreekt heeft allerlei oorzaken. Maar Bas, geef niet de schuld aan de evolutie. Moeten we ons hoeden voor de barbaar in onszelf? Daarmee kweken we een angstig zelfbeeld. Nee, we moeten onze evolutionaire bevrijding koesteren, die ons vleugels gegeven heeft.