Evolutie van berouw

De ontwikkelingen in de landelijke politiek van de afgelopen weken zetten me aan het denken over de emoties waar onze politici en bestuurders zo’n moeite mee hebben: schuld bekennen, berouw betonen en boetedoen. Ik vind berouw een van de mooiste verworvenheden van de menselijke maatschappij. De katholieke kerk heeft dat zelfs geïnstitutionaliseerd: elke gelovige kan te biecht. Een misstap kan je vergeven worden. Je moet schuld bekennen en je zult ervoor moeten boeten, maar als je dat oprecht doet volgt vergiffenis. Ik vind het een teken van beschaving dat zoiets mogelijk is. Maatschappijen waarin mensen elkaar niet kunnen vergeven, waarin wandaden van 100 jaar geleden niet erkend en besproken zijn, vervallen continu in onderlinge twisten en burgeroorlog.

De maatschappelijke betekenis van berouw blijkt ook uit het feit dat in onze rechtspraak afwezigheid van berouw iemand zwaar aangerekend wordt. Misdadigers die blijven ontkennen terwijl de feiten duidelijk zijn, die zich halsstarrig beroepen op hun zwijgrecht of hun eigen slechte gedrag niet veroordelen, krijgen vaak een hogere straf dan misdadigers die oprecht berouw tonen. Het zal niet altijd zo zijn, maar uit wat ik in de krant lees maak ik op dat oprecht berouw vaak in het voordeel van de veroordeelde meegewogen wordt.

Uit psychologisch onderzoek, gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift van de Amerikaanse Academie van Wetenschappen in 2018, bleek dat schaamte en berouw universele emoties zijn voor de mens. De Amerikaanse psychologen keken in vijftien kleinschalige etnische groepen over de hele wereld naar de mate waarin mensen elkaar beoordelen op slechte daden. Het blijkt dat in alle maatschappijen de mensen reputatieschade lijden als ze dingen doen die afwijken van de sociale norm. De mate van schaamte over het eigen gedrag is direct gerelateerd aan de maatschappelijke schade die de persoon lijdt als hij dat gedrag uitvoert. Je voelt je schuldig als je iets doet wat de mensen om je heen afkeuren en het schuldgevoel is des te erger naarmate de afkeuring groter is. Dit mechanisme, dat de onderzoekers aantroffen van Griekenland tot Oeganda en van Ecuador tot Japan, is omgekeerd een krachtig middel tegen ongewenst maatschappelijk gedrag. Het lijkt alsof de moraal, ons gevoel voor goed en kwaad, een biologische basis heeft.

Maar daar begint ook mijn probleem: als de neiging om schuld te bekennen of berouw te tonen zo’n universele eigenschap is van de mens, niet een culturele traditie of door religie aangeleerd gedrag, maar een diepe biologisch verankerde neiging, hoe kan dat gedrag dan evolueren? Berouw is namelijk typisch een gedragscomponent die wat kost. Als het niets kost heeft het geen nut, dan kun je niet spreken van berouw. Degene die berouw toont accepteert dat hij reputatieschade lijdt. Volgens de gangbare opvatting van de evolutietheorie worden gedragingen van de mens geselecteerd op het voordeel dat ze hebben, niet op het nadeel. En het gaat om het voordeel voor het individu dat het gedrag uitvoert, niet het voordeel voor de groep of de maatschappij, want zo werkt evolutie niet. Kan het voordelig zijn voor een individu om oprecht berouw te betonen, schuld te bekennen en vergiffenis te vragen?

Ook die vraag is door evolutiebiologen uitgezocht in talloze experimentele situaties en met wiskundige modellen. Het antwoord is: ja, het kan voordelig zijn om berouw te tonen. Maar het behaalde voordeel is sterk afhankelijk van de mate waarin het berouwvol gedrag kan worden doorgeprikt als het niet oprecht is en van de kosten van een verontschuldiging. Een simpel “sorry” kost niet veel maar levert ook niet veel op. Bij grote misstanden past een grote verontschuldiging die 100% oprecht is, niet onwaarachtig en veel reputatieschade oplevert.

Dit alles komt uit de evolutietheorie, toegepast op menselijk gedrag. Nu kan ik me voorstellen dat onze regeringsleiders geen tijd hebben om de hele evolutionaire literatuur steeds maar bij te houden; daarom heb ik deze column voor ze gemaakt.