Het gemis van de atlas en de draaier
Ik merkte aan de studenten dat ze totaal geen voorstelling hadden van de biologische begrippen atlas en draaier. “Eerste klas MAVO!”, zei ik nog, maar dat sloeg natuurlijk nergens op. Mijn eigen professor zei dat altijd als wij iets niet wisten, bij wijze van slechte grap. Voor de zekerheid controleerde ik het even in het biologieboek van mijn kleindochter voor onderbouw VWO, maar inderdaad, de atlas en de draaier staan er niet in. Ik vind dat een gemis. De meester of juf hoeft het maar één keer te vertellen en een kind weet het: de atlas is de eerste halswervel, waar de schedel op rust. Als je ja knikt kantelt de schedel met de achterhoofdsknobbels aan weerszijden van het achterhoofdsgat (waar het ruggenmerg door loopt) op de gewrichtsvlakken van de atlas.
Vanwege dat torsen van de schedel heeft de atlas een vorm die sterk afwijkt van die van de andere halswervels. Maar ook de atlas van de chimpansee is anders dan die van de mens omdat de chimpansee zijn hoofd meer naar voren draagt en wij recht op de wervelkolom. Chimpansees hebben net als andere zoogdieren heel sterke nekspieren en dat zie je goed aan de naar achteren stekende doornuitsteeksels van de wervels, die bij ons veel kleiner zijn (dit zijn de knobbels die je voelt als “ruggengraat”). Maar hoe de atlas precies is veranderd in de loop van de evolutie is niet goed bekend. Uit wat we hebben aan fossiele wervels van neanderthalers kunnen we niet anders concluderen dan dat hun atlas hetzelfde was als die van ons. Van de oudere fossielen hebben we onvoldoende materiaal om een duidelijke conclusie te trekken.
Uiteraard is de atlas genoemd naar de figuur Atlas uit de Griekse mythologie, de zoon van een titaan. Maar Atlas werd door een andere Griekse held, Perseus, veranderd in steen, en hij kreeg de vorm van een gebergte dat het hemelgewelf moest torsen, vandaar het Atlasgebergte in Noord-Afrika. Meestal wordt Atlas afgebeeld met een wereldbol op zijn schouders, zoals we kunnen zien bij de indrukwekkende bronzen figuur op de punt van het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam. Atlas symboliseert de overtuiging van de Amsterdammers dat hun stad het centrum van de wereld is.
Heeft het nut om scholieren zulke feiten te leren? Maakt het uit of ze weten wat Atlas droeg, of Sint Christoffel, of Sisyphus? Het onderwijs moet over de hoofdlijnen gaan zegt men. Maar de hoofdlijnen bestaan uit een aaneenrijging van samenhangende details. Mijn ervaring is dat studenten details gemakkelijker onthouden dan hoofdlijnen. De details krijgen betekenis in het grotere geheel, maar het grotere geheel is niks zonder details, zonder de smakelijke verhalen, uitweidingen en menselijke drama’s.
Ik ben er dus erg voor om studenten details te leren als je daar een verhaal aan vast kunt knopen dat een hoofdlijn goed illustreert. Atlas is een mooi voorbeeld van dit principe; de naam verbindt de Griekse mythologie met het Paleis op de Dam, de geschiedenis van de hoofdstad en een stukje biologie, op een heel natuurlijke manier.
De tweede halswervel heet de draaier en dat is ook niet voor niets: hij heeft een naar boven stekende tand die een gewricht vormt met de atlas, zodat de atlas om zijn as kan draaien zonder weg te schuiven uit de wervelkolom. Het is niet de draaier die draait maar de atlas. De draaier zorgt er voor dat je nee kunt schudden.
U ziet, het verdwijnen van de atlas en de draaier uit het Nederlandse schoolboek wond me op. Noem het maar een detail dat je ja en nee kunt knikken. De atlas is, samen met de draaier, verantwoordelijk voor de communicatie van talloze beslissingen, ja of nee, soms met gevolgen voor leven of dood, terwijl hij tegelijkertijd veroordeeld is om het hoofd dat de beslissingen in werkelijkheid neemt, te dragen tot het bittere einde.