Het grootvader-effect
Om een hoek van 60 graden af te meten heb je een geodriehoek nodig. Je kunt die hoek natuurlijk ook construeren, maar dan heb je een passer en een liniaal nodig. Mijn kleinzoon had geen van dit alles bij zich. Uiteindelijk heb ik zelf maar een geodriehoek, een passer en een liniaal aangeschaft om mijn rol als huiswerkdocent goed te vervullen. Het is met kleinzoons van die leeftijd net als met iedereen: alle spullen bij je hebben, netjes in een etui bij elkaar, is gewoon erg moeilijk. De helft van het huiswerk bestaat uit je spullen op orde hebben, weten wat je moet maken en wat de docent erover gezegd heeft. Het online-onderwijs maakt het alleen maar moeilijker want de docent kan het huiswerk niet op het bord schrijven. Het staat ergens in Magister, maar waar?
Met de huiswerkbegeleiding verkende ik mijn nieuwe evolutionaire rol: het grootvader-effect, een nog niet bestaand verschijnsel. Wat evolutiebiologen wel kennen is het grootmoeder-effect. Dat geeft een antwoord op de vraag wat de waarde is van vrouwen boven de 50 jaar en waarom de mens het rare verschijnsel van de menopauze heeft. Voorbij de overgang kunnen vrouwen geen kinderen meer krijgen dus hun bijdrage aan de volgende generatie is dan tot nul gereduceerd. Waarom is er een menopauze? Het zit hem in de rol die een grootmoeder kan spelen bij het opvoeden van de kinderen van haar dochter. In die kleinkinderen zit namelijk gemiddeld een kwart van het erfelijk materiaal van de grootmoeder. De grootmoeder kan haar eigen reproductief succes vergroten door de overleving van haar kleinkinderen te bevorderen. Het zou vooral moeten gelden voor de grootmoeder van moeders kant, want die is het meest zeker dat het kleinkind werkelijk haar genen heeft. Bij de grootmoeder van vaders kant is er altijd een kleine kans dat het kleinkind van een andere vader is dan de zoon van de grootmoeder, als u begrijpt wat ik bedoel.
Men heeft dit onderzocht door de geboortestatistieken van bevolkingsgroepen in Finland en Canada uit de negentiende eeuw na te pluizen. Daar kwam uit dat in gezinnen waar de grootmoeder inwoonde bij haar dochter en hielp in de huishouding, de dochter meer kinderen kreeg waarvan er ook meer bleven leven. Men noemt dit het oma-effect: de evolutionaire verklaring voor de menopauze. Het is een reëel effect, al kun je betwijfelen of het in de moderne maatschappij nog steeds geldt.
Ik heb dit verhaal altijd interessant gevonden en vertel het in mijn colleges, maar ik heb me steeds afgevraagd: is er ook een grootvader-effect? Ook grootvaders zouden een bijdrage kunnen leveren aan het succes van hun kleinkinderen, want het kleinkind heeft ook een kwart van het erfelijk materiaal van opa.
Ik ben nu bezig om met mijn kleinzoon het grootvader-effect in de praktijk te brengen. Eerst die geodriehoek en die passer op orde. Dan precies weten wat je moet maken. Dan stuk voor stuk de sommen doornemen. Hoe bepalen we het snijpunt van een rechte lijn met een parabool? Stel de vergelijkingen aan elkaar gelijk, breng alles naar één kant en bepaal de nulpunten van de vierkantsvergelijking met de a,b,c-formule. Makkelijk zat.
Maar dit bleek niet zo te werken. “Wij doen dat anders, opa”. Ik leerde dat opa de sommen niet moet uitleggen op de manier die voor hem het gemakkelijkst is, maar op de manier waarop de wiskundedocent op school het doet. Het heeft totaal geen zin om het anders uit te leggen, want dan raakt kleinzoon alleen maar in de war. Dus het opa-effect zit toch anders in elkaar dan het oma-effect, is mijn voorlopige conclusie. Nu maar hopen dat mijn kleinzoon niet alleen een paar genen van me heeft, maar ook voordeel heeft bij zijn kunde een parabool correct door te snijden. Of het evolutionair gaat werken is een kwestie van afwachten.