Het menselijk lichaam van 35 naar 50 in 2024
Mijn goede voornemen voor 2024 is: mijn boek afmaken. Ik ben al een tijdje bezig met het schrijven van een boek over de evolutie van het menselijk lichaam. Het omvat 50 korte hoofdstukken, elk hoofdstuk gewijd aan één orgaan. Net voor het einde van 2023 heb ik orgaan nummer 35 afgemaakt, de pijnappelklier. Nog 15 te gaan. Dat moet lukken in de eerste helft van 2024.
Elk hoofdstuk behandelt vragen als: wanneer is het orgaan ontstaan, welke dieren hebben dit orgaan ook, hoe is het in de loop van de evolutie veranderd, hoe is het aangepast door natuurlijke selectie en hoe werkt het in het menselijk lichaam? Toen ik eraan begon kwam ik erop uit dat het hele lichaam besproken kan worden in 50 hoofdstukken, beginnend bij de tenen, dan opstijgend naar het been, de darm, het hart, het strottenhoofd en als laatste de prefrontale cortex. Je zou denken hoe kun je een heel hoofdstuk wijden aan zoiets als de keelholte, maar dat kan gemakkelijk. Elk orgaan heeft zijn eigen interessante verhaal. Het is ooit ontstaan uit een voorouder, lang geleden of kortgeleden, iemand heeft het ontdekt, het is in de loop van de evolutie veranderd of juist niet veranderd, het is aangepast aan de levenswijze van de eerste mensen, of het is veel ouder, het gaat terug op de ribkwallen. Ik moet moeite doen om de hoofdstukken te beperken tot vier bladzijden.
Vijftig organen blijkt een werkbaar aantal te zijn. Ik kwam er achter dat 50 ook het aantal is dat vaak aangehouden wordt in een canon. De canon van de Nederlandse Natuur, van Dick de Vos, heeft 50 hoofdstukken, evenals de Canon van Nederland, over de Nederlandse geschiedenis. Mijn boek is achteraf een canon van het menselijk lichaam geworden.
Het leuke van het menselijk lichaam is dat het een mozaïek is van hele oude onderdelen, van 700 miljoen jaar oud, tot onderdelen die er pas bij gekomen zijn in de laatste 40.000 jaar. Sommige organen, bijvoorbeeld het taalcentrum van de hersenen, gaan terug op vroege mensachtigen, andere, zoals het scrotum, op de eerste zoogdieren, weer anderen, bijvoorbeeld de lever, op de eerste gewervelde dieren. Andere organen zijn nog ouder, soms hebben we ze gemeen met slakken en wormen en sommige, zoals bijvoorbeeld het zenuwstelsel, met vrijwel alle dieren.
Veel organen hadden in het verleden een andere functie dan ze nu hebben en die oude functie zie je dan vaak nog terug in de embryonale ontwikkeling van de mens. Zo hebben menselijke embryo’s een nier die wij als volwassenen niet meer hebben, maar de reptielen wel. De afvoergang van die nier is bij ons de afvoergang van het sperma geworden. Op talloze manieren speelt het verleden mee. In ons lichaam zitten nog resten van een mensaap, een zoogdier, een reptiel en een vis, zelfs onderdelen van wormen en met enige moeite herkennen we nog stukjes van een bacterie.
Ik zou graag willen dat mijn boek geïllustreerd wordt met anatomische tekeningen van de organen, maar dat is nog niet zo makkelijk. Er zijn talloze anatomische atlassen met prachtige platen, maar die mag je niet zomaar gebruiken, of het kost erg veel geld om ze over te nemen. Ik zoek een manier om het een beetje betaalbaar te houden.
Bovendien zijn niet alle organen even mooi om af te beelden. Een dijbeen en een schedel zijn OK, maar een anus of een balzak zijn minder aantrekkelijk. Toch is er ook over de evolutie van de anus en zeker over de evolutie van de balzak een heel interessant verhaal te vertellen. Er zijn ook organen die niet zo’n mooie vorm hebben zoals de zwezerik of de hypothalamus. Hoe beeld je die af? Ik ben nog op zoek naar iemand die me hierbij kan helpen. Ik wens u ook het beste voor 2024.