Het raadsel van de krakeend

Wat voor eend is dat? Ik vond het moeilijk te zien, maar ik ben dan ook geen echte vogelaar. Ik was op mijn fietstochten door de polder op de uitkijk voor krakeenden want die nemen enorm toe. Elk jaar komen er meer, zodat op sommige plaatsen er zelfs meer krakeenden zijn dan wilde eenden. Terwijl voor het grote publiek een eend een eend is, is er onder de eenden een stille revolutie gaande.

Nog geen 50 jaar geleden waren krakeenden in Nederland zeldzaam. Ik weet dat nog goed van de biologie-excursies waarbij de docent (wel een echte vogelaar) ons een eend in de verte aanwees. “Kijk jongens, een krakeend, zeldzaam hoor”. Alleen bij goed kijken zagen we verschil. Een krakeend is iets kleiner dan een wilde eend, de kop van de mannetjes is bruin, terwijl die van de wilde eend mooi groen is, en de snavel van de krakeend is donker. Maar de vrouwtjes zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Het is met de eenden al net als met veel dieren: van twee nauwverwante soorten zijn de mannetjes meer van elkaar verschillend dan de vrouwtjes. Het lijkt erop dat de evolutie op mannetjes meer effect heeft dan op vrouwtjes. Bij insecten kun je sommige soorten alleen goed uit elkaar houden aan de hand van de mannelijke geslachtsorganen, de vrouwtjes zijn allemaal hetzelfde.

Meestal horen we dramatische verhalen over de teloorgang van de biodiversiteit. Vooral bij de insecten is het een drama. Bij de vogels gaat het om boerenlandvogels die sterk achteruitgaan. Maar bij de eenden zijn er dus soorten die vooruitgaan. Het barst van de krakeenden tegenwoordig. De krakeend is na de ganzen en smienten de meest algemene weidevogel in de Lange Weeren, een gebied aan de rand van Volendam dat de gemeente wil volbouwen met woningen. Dat vestigde mijn aandacht op de krakeend.

Hoe is het mogelijk dat van twee soorten die toch erg op elkaar lijken de een toeneemt en de ander afneemt? Er zijn subtiele verschillen in het gedrag. De krakeend begint iets later met broeden en maakt zijn nest ietsje verder het land op. Maar het aantal eieren is hetzelfde en de dieren eten ook ongeveer hetzelfde. De krakeend houdt iets meer van grote open watervlakten, terwijl de wilde eend meer in poldersloten zit, maar of dit zo cruciaal is lijkt me twijfelachtig. Krakeenden schijnen te houden van verharde walkanten, kennelijk omdat daar algen op groeien die ze lekker vinden, dat kan een ander verschil zijn.

Maar over het algemeen zijn deze twee eenden heel vergelijkbaar, zo zelfs dat ze af en toe onderling kruisen. In Rusland vinden regelmatig paringen plaats tussen de wilde eend en een Aziatische eend, de Indische vlekbekeend. Waar die twee soorten beide voorkomen zie je allerlei tussenvormen. Ook in Nederland worden af en toe tussenvormen gezien die het resultaat zijn van kruisingen tussen de wilde eend en de krakeend. Maar de krakeend neemt toe en de wilde eend neemt af.

Ik vertel dit stukje biologie omdat het een belangrijk principe illustreert. Terwijl biologen van alles en nog wat onderzoeken en vooral goed zijn in het documenteren van de dramatische achteruitgang van de biodiversiteit, is er ongemerkt, onder je ogen, een soort die zich daar niks van aantrekt, die gewoon elk jaar met 5% toeneemt. En we weten niet waarom. Had je 50 jaar geleden kunnen voorspellen dat de krakeend even algemeen zou worden als de wilde eend? Ik denk dat je eerder had gezegd dat de soort spoedig uit Nederland zou zijn verdwenen.

Mijn idee is dat we moeten leren van soorten die toenemen, niet alleen kijken naar de achteruitgang. Welke eigenschappen maken de krakeend zo succesvol? En kunnen we die inzichten gebruiken bij het beschermen van soorten die wel achteruitgaan? Zo kan een positieve benadering van de biodiversiteit ons helpen bij het herstel van de biodiversiteit.