Ik weet, ik ben er aan gewend, dus ik begrijp

Wat betekent het eigenlijk, als je zegt dat je iets begrijpt? “Iets begrijpen” staat hoog aangeschreven. Het is volgens veel mensen meer waard dan “weten”. Je kunt nog zoveel weten, zeggen ze dan, maar als je het niet begrijpt heeft dat allemaal geen nut. Sterker nog, misschien is het helemaal niet nodig om veel te weten. Wat heb je aan een omgevallen boekenkast? Voor kennis hebben we het internet. Het gaat er om dat je de dingen begrijpt!

Deze redenering wordt ook in het onderwijs veel toegepast. Kinderen, leerlingen en studenten kun je testen op kennis en je kunt ze testen op begrip. Begrip wordt altijd hoger aangeslagen dan kennis. Is het dan eigenlijk wel nodig om kennis te stampen?

Maar volgens mij klopt deze redenering niet. Begrip is niet veel anders dan kennis. Begrip is kennis die je zo goed beheerst dat het volkomen vertrouwd voor je is, kennis die zo diep in je hersenen is ingedaald dat je er zonder veel na te denken mee kunt werken, zodat de mensen zeggen: “Kijk, hij begrijpt het”.

Deze gedachte trof ik ook aan in het boek van Daniel Dennett, “Van bacterie naar Bach en terug”, waar ik vorige week nogal kritisch over sprak. Dat Dennett over “begrijpen” net zo dacht als ik brengt me in goed gezelschap, vandaar dat ik over dit filosofische onderwerp in deze column durf te schrijven.

Om mijn punt te illustreren neem ik als voorbeeld een eenvoudige wiskundige bewerking. Als twee breuken aan elkaar gelijk zijn kun je dat ook opschrijven als twee producten die aan elkaar gelijk zijn. Je kunt van de ene naar de andere schrijfwijze overgaan via een regel die wij vroeger noemden “kruiselings vermenigvuldigen”. Maar een docent op de basisschool die ik daarover sprak zei: “Nee, dat is een truc! Tegenwoordig leren wij de kinderen dat heel anders, met meer inzicht en begrip”. Hoe ben ik trouwens vergeten. Ik wil niet zeggen dat de moderne methode slechter is. Als je gewend bent aan een andere manier om twee breuken weg te werken is dat natuurlijk prima en begrijp je het op een andere manier. Er is niet één manier om iets te begrijpen. Begrijpen is hoe je omgaat met je kennis. Het gaat om de kennis, die is niet afhankelijk van de persoon, begrijpen wel. Er is niks mis met kruiselings vermenigvuldigen, ook al is het een trucje.

In de filosofie wordt “begrijpen” altijd gekoppeld aan “oorzaak” en “gevolg”. Je begrijpt een bepaalde gebeurtenis als je de oorzaak kunt onderscheiden en het gevolg kunt voorspellen. Maar stel dat ik naar een appel kijk, hoog in een boom (het mag ook een durian zijn, dat is iets spectaculairder), en ik zie dat het steeltje breekt. Dan weet ik dat die appel op de grond zal vallen en uit elkaar zal spatten. Ik weet dat omdat ik dat eerder gezien heb. In alle gevallen dat een appel los kwam van de boom viel hij op de grond. Ik kan zelfs concluderen dat met een durian hetzelfde zal gebeuren, hoewel ik die nog nooit heb zien vallen. Ik begrijp de essentie van het vallen, hoera! Maar eigenlijk is het begrip niks meer dan dat ik weet dat het gaat gebeuren. Ik ken zelfs de tweede wet van Newton waarmee ik kan uitrekenen hoe lang de valtijd is. Ik “begrijp” de vallende appel, en ik “begrijp” hoe ik met een kruiselingse vermenigvuldiging twee breuken kan wegwerken. Maar het is allemaal niet veel meer dan toepassen van kennis. Daarom pleit ik er ook voor – net als Dennett – om kinderen op school goed te trainen in kennis. De tafels van vermenigvuldiging, de staartdeling, het optellen en vermenigvuldigen van breuken, alles moet er zo stevig in zitten dat het er automatisch uit komt. En dan komt het begrip vanzelf mee.