Internationale vrouwendag is ook internationale mannendag
De internationale vrouwendag die vandaag gehouden wordt heeft natuurlijk ook een biologische dimensie want het verschil tussen mannen en vrouwen is nu eenmaal biologisch, zegt iedereen altijd. Daarom kan uw columnist vandaag niet zwijgen over vrouwen en mannen, want dat is niet zo. De strijd voor gelijke berechtiging en gelijke beloning en de taaie problemen waar vrouwen mee worstelen zoals economische zelfstandigheid, seksueel geweld en discriminatie zijn eerder problemen van maatschappelijke aard dan problemen die voortkomen uit de biologie. Want hoe raar het ook klinkt, het biologisch verschil tussen vrouwen en mannen is niet zo groot. Zowel vrouwen als mannen gaan graag mee in het idee dat vrouwen van Venus en mannen van Mars komen, maar ik zeg: gooi weg die afgezaagde stereotypen! Het meeste daarvan is aangepraat door de omgeving en vooral door de commercie. Doe er niet aan mee en bekijk elkaar als personen, als kameraden, als mensen waarmee je bevriend kunt zijn zonder dat het man- of vrouw-zijn daarin dominant is. Je zou denken dat een bioloog, de sekseverschillen ziende en kennende, een totaal andere kijk op vrouwen heeft dan op mannen maar een bioloog ziet juist de overeenkomsten.
Ik was een tijdje geleden bij een bijeenkomst van het vrouwennetwerk van de VU. Aan de VU is 20 procent van de hoogleraren vrouw. Landelijk gezien is dat geen slechte score, maar het is natuurlijk veel te laag. Het streefcijfer voor 2020 is 25% en dat wordt door de meeste faculteitsbestuurders gezien als een hele kluif. Het gaat langzaam beter, maar tergend langzaam. Vrouwen verdienen bovendien gemiddeld 128 euro per maand minder, en dat is een aanfluiting. Hoe hoger op de ladder, hoe groter het gat tussen mannen en vrouwen. Een collega opperde dat we vrouwen gewoon 128 euro meer moeten betalen, probleem opgelost. Ik denk dat daar nog best wel een meerderheid voor te vinden is en misschien zijn er zelfs wel goede argumenten voor (dubbele taken, enz.), dus zo gek is zo’n voorstel niet. Maar het zal stuk lopen op hetzelfde punt: gelijkberechtiging.
Op die bijeenkomst van het vrouwennetwerk was ik niet verkleed of incognito, want de organisatoren hadden bedacht – en gelijk hebben ze – dat je voor verbetering van de positie van vrouwen juist de mannen nodig hebt. Namelijk de mensen die in posities zitten waarbij over beloning, bevordering of aannamebeleid besloten wordt zijn voor het merendeel mannen. De maatschappelijke ongelijkheid tussen vrouwen en mannen moet door vrouwen en mannen samen aangepakt worden.
Wat kan helpen is ophouden rond te toeteren dat de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen zo groot zijn. Mijn stelling is dat biologisch gezien vrouwen niet veel verschillen van mannen. Uiteraard verschillen de geslachtsorganen en een aantal direct waarneembare kenmerken aan de buitenkant, maar kijk je naar de werking van het lichaam dan moet je concluderen dat verreweg de meeste functies gewoon hetzelfde zijn. De biologische verschillen zitten in de spieren, het vetweefsel en de huid. Dat hangt samen met een verschil in de omgang met cholesterol. Gek genoeg vertoont het hart nog het grootste verschil, groter dan de functies in de hersenen bijvoorbeeld, terwijl zoveel mensen beweren dat de sekseverschillen vooral tussen de oren zitten. Ze zitten nauwelijks tussen de oren, een beetje in de rest van het lichaam, met name in het hart, maar vooral in de sociale omgeving. Kijk maar naar de sociale afstand tussen vrouwen en mannen in de meeste islamitische landen; die is veel groter dan tussen vrouwen en mannen in West-Europese landen, terwijl het biologische verschil toch echt even groot is.
Het relatief kleine biologische verschil tussen vrouwen en mannen moeten we koesteren, maar niet uitvergroten, zeker niet als het gaat om maatschappelijke rollen. Dat is mijn bijdrage aan deze internationale vrouwendag, die ook mannendag zou moeten zijn.