Leren lopen in 6,5 miljoen jaar

Mijn jongste kleinkind heeft leren lopen. Al mijn kinderen en kleinkinderen kunnen nu lopen en ze hebben het allemaal geleerd rond het einde van hun eerste levensjaar of ietsje later. Dat elk kind leert lopen is de gewoonste zaak van de wereld maar vanuit biologisch oogpunt is het een unieke eigenschap. Op twee benen lopen vereist een intensieve coördinatie tussen het bewegingsapparaat, het evenwichtsorgaan en de hersenen. Dat die coördinatie heel ingewikkeld is blijkt als je probeert een robot te maken die op twee benen moet lopen of als je opnieuw moet leren lopen na een trauma of met hulpmiddelen.

Lopen op twee benen is de kenmerkende eigenschap van de menselijke evolutielijn sinds die afsplitste van de mensapen, ongeveer 6,5 miljoen jaar geleden. We kunnen uit de fossiele beenderen van die eerste mensachtigen afleiden dat ze anders liepen dan wij. Ze slingerden meer en draaiden hun voet veel meer dan wij doen. Pas bij Homo erectus van twee miljoen jaar geleden begint het op een moderne loop te lijken.

We kennen het lopen van primitieve mensachtigen niet alleen uit de fossielen, er zijn ook voetafdrukken die bewijzen dat er vroeger rechtop lopende mensachtigen leefden. Bij het dorpje Laetoli in Tanzania heeft Philip Leakey, uit de bekende Amerikaanse paleontologenfamilie, al in 1978 voetsporen gevonden, gemaakt in vulkanische as die later versteend is. Die as is 3,6 miljoen jaar oud en de voetafdrukken zijn duidelijk afkomstig van op twee benen lopende mensen, al was de voet indertijd nog wat anders dan die van ons; de grote teen stond meer naar buiten. Een plaatje van dit voetspoor staat in elk boek over de evolutie van de mens als bewijs dat mensachtigen 3,6 miljoen jaar geleden op twee benen liepen.

Minder bekend is dat er twee jaar eerder, een eindje verderop, een ander voetspoor is gevonden dat Leakey ook toeschreef aan een mensachtige. Maar daarover is steeds discussie blijven bestaan, want sommige mensen dachten dat het van een op zijn achterpoten lopende beer was. Er zijn zelfs proeven gedaan met een circusbeer om dat te bewijzen. Maar in een artikel dat afgelopen jaar verscheen wordt nu aangetoond dat het tweede voetspoor van Laetoli ook echt van mensen afkomstig is. Ik raadpleegde daarover mijn collega John de Vos, paleontoloog van Naturalis in Leiden. “Beren komen helemaal niet voor in dit deel van Afrika”, merkte hij droogjes op. “Maar wist je dat er naast de menselijke sporen in dezelfde vulkanisch as ook sporen te zien zijn van een drieteenpaard?” Vroeger hadden de paarden niet één, maar drie tenen; de buitenste tenen zijn steeds kleiner geworden en niet meer aanwezig bij moderne paarden. “De voetafdruk van het drieteenpaard van Laetoli is nota bene beschreven door een Nederlandse, Elise Renders, student van de legendarische Utrechtse paleontoloog Paul Sondaar, in het toptijdschrift Nature”. John stuurde me een foto van het voetspoor. “Rechts op de foto zie je de afdrukken van de merrie en je ziet dat het veulen ervoor langs gaat. Op dat moment houdt de moeder in, slipt iets en zie je dat de zijtenen functioneel zijn.”

Dat de wereldberoemde voetsporen van Laetoli een Nederlandse pendant hebben was een verrassing voor mij. Waarom had ik nog nooit gehoord dat er naast de menselijke afdrukken zo’n mooi voetspoor van een nota bene uitgestorven paard met drie tenen te zien was? “Die afdrukken van paardenhoeven maken geen indruk, de menselijke poot wordt belangrijker gevonden” zei John. “Maar we kunnen zoveel leren van de evolutie van de zoogdieren voor de evolutie van de mens.” Daar gaf ik hem gelijk in.

En dat allemaal naar aanleiding van mijn kleindochter. Haar voetafdrukken staan in mijn geheugen. Later ga ik haar vertellen dat ze in één jaar iets gepresteerd heeft waar de mens en zijn voorlopers zes en een half miljoen jaar evolutie voor nodig hadden.