Lopend erg lange afstanden afleggen
Het is een lang gekoesterde wens van mij: als ik met pensioen ben ga ik bij wijze van vakantie lopen naar Peking, met een ezeltje voor de bagage. Mijn vrouw wil niet mee dus ik weet niet of het door gaat, maar ik heb alvast uitgerekend hoe lang ik er over zou doen. Ik schat dat de afstand over land door Duitsland, Polen, Oekraïne, Rusland, Kazachstan, Mongolië en China 12.000 km bedraagt. Als ik gemiddeld 10 km per dag loop, soms wat meer, zou ik er 3 jaar over doen. Ik neem dan even aan dat mijn ezeltje geen kuren krijgt en niet bijvoorbeeld in het zicht van Omsk besluit om terug te draven naar Nederland.
Ik moet ook altijd aan dit reisplan denken als ik artikelen lees over de manier waarop de mens vroeger de aarde gekoloniseerd heeft. We weten dat de mens ontstaan is in Afrika en vanaf ongeveer 80.000 jaar geleden aan de wandel is gegaan, richting het Midden Oosten naar Europa, maar ook langs de kusten van Zuid Azië helemaal tot in Australië. Het opvallende is dat de kolonisatie van Australië heel oud blijkt te zijn, pak weg 65.000 jaar geleden, veel ouder dan de kolonisatie van Centraal Azië en Europa. Het lijkt wel alsof de eerste mensen die een kijkje gingen nemen buiten Afrika het gelijk op hun heupen kregen en helemaal doormarcheerden naar Australië. Dat verklaart ook waarom de oorspronkelijke bewoners van Australië, de Aboriginals, qua huidskleur en andere kenmerken, gelijkenis vertonen met Afrikanen. De Chinezen en de Europeanen stammen af van een tweede migratiegolf vanuit het Midden Oosten. Als het tijdschema klopt heeft de migratie van Afrika naar Australië, een afstand vergelijkbaar met mijn voettocht naar China, maar een paar duizend jaar gekost.
Over al deze schema’s en scenario’s is de laatste tijd een karrevracht aan wetenschappelijke artikelen verschenen. Biologen kijken naar het erfelijk materiaal van de Aboriginals en archeologen kijken naar de leeftijd van de stenen werktuigen die in Australische opgravingen gevonden worden. Ze zijn het niet helemaal eens want de genetici komen uit op 50.000 jaar geleden voor de aankomst van de mens in Australië, terwijl de archeologen ouder uitkomen, tot 65.000 jaar geleden.
Vorige week is er weer een interessant nieuw feit aan toegevoegd, namelijk een schatting van de leeftijd van een snijtand en een kies die lang geleden gevonden zijn op Sumatra, een van de grote eilanden van Indonesië, door de Nederlandse onderzoeker Eugène Dubois, dezelfde die ook de Javamens gevonden heeft. Omdat mijn collega John de Vos van Naturalis in Leiden mede-auteur is van de publicatie viel het me gelijk op. Interessant is dat de tand en de kies door Dubois al in 1887 opgegraven zijn. Hij bracht de fossielen naar Nederland waar ze al die tijd in het archief van het Rijksmuseum voor Natuurlijke Historie bewaard zijn. De vorige curator van de Dubois-collectie, Dirk Hooijer, voorganger van John de Vos, schreef er in 1949 al een artikel over. Zowel Dubois als Hooijer herkenden ze als menselijk, maar ze hebben nooit gedacht dat ze zo oud waren; men had toen nog geen goede dateringsmethoden.
Maar nu blijkt de aardlaag waar Dubois de snijtand en de kies gevonden heeft 68.000 jaar oud te zijn. Dat betekent dat er in die tijd al mensen op Sumatra leefden. Dat klopt mooi met het scenario dat de kolonisatie van Australië zo oud is omdat Sumatra op de route naar Australië ligt. Maar omdat het niet klopt met de genetica van de huidige Aboriginals is het mogelijk dat de eerste groep mensen na aankomst in Australië daar wel een tijdje geleefd hebben maar later weer verdwenen zijn, en dat de huidige Australiërs afstammen van een tweede, recentere kolonisatie. Het verhaal is behoorlijk ingewikkeld geworden. Maar het mooiste is toch wel dat een kies gevonden in 1887 en met moderne technieken geanalyseerd nog wereldnieuws kan worden. Gefeliciteerd, John!