Lummelruimte

Als ik minister Van Nieuwenhuizen was had ik vorige week een fel mailtje naar de Schipholdirectie gestuurd met de volgende inhoud: “Nu wil ik de eerstkomende 10 jaar het woord groei niet meer van jullie horen, begrepen? Jullie gaan eerst de bedrijfsvoering op orde brengen, we gaan belasting op de kerosine heffen en jullie moeten een grotere bijdrage leveren aan de beperking van de CO2-uitstoot.” Zo raar zou zo’n mailtje niet zijn, na de chaos op 24 en 25 juli.

Ik heb zelf ook talloze malen in een vliegtuig gezeten maar ik begin er steeds meer een hekel aan te krijgen. De dienstverlening, ook van gerenommeerde maatschappijen, is hollend achteruitgegaan met de komst van de prijsvechters. Vroeger was bij lange vluchten een flesje wijn bij het diner gewoon en als je even vriendelijk knipoogde naar de stewardess kreeg je een glaasje Drambuie bij de koffie. Tegenwoordig moet je steeds vroeger op komen draven, langer in de rij staan en betalen voor koffie in het vliegtuig. De hele luchtvaart is in een negatieve spiraal gekomen.

De kern van de zaak is natuurlijk dat de ticketprijzen veel te laag zijn. Niet alleen de dienstverlening wordt geminimaliseerd, maar ook de externe effecten (herrie, luchtvervuiling, gebruik van fossiele brandstoffen, CO2-uitstoot, ruimtebeslag, noem maar op), worden niet in de prijzen verrekend maar afgewenteld op alle Nederlanders en vooral op de mensen die in de Haarlemmermeer en omstreken wonen. Die beprijzing moet weer terug naar de luchtvaart zelf en die moet een eerlijk tarief doorberekenen naar de passagiers. Dat zal veel hoger liggen dan de huidige belachelijk lage ticketprijzen.

Schiphol start een onderzoek naar de storing in de kerosinelevering van vorige week en ik geef hierbij geheel tariefloos mijn welgemeende advies aan de onderzoekscommissie. Leer van de biologie, mensen, en verwonder je over de stabiliteit van biologische systemen. Een orgaan, bijvoorbeeld een lever, een hart of een nier, is vele malen ingewikkelder dan een luchthaven en desondanks stabieler want het gaat gemiddeld 70 tot 90 jaar mee. Dat komt doordat biologische systemen vol zitten met parallelle routes, dubbele controles en alternatieve circuits. Als het aan de ene kant vastloopt, bijvoorbeeld door schade aan een cruciaal molecuul, kun je de zaak altijd wel langs de andere kant aan de gang houden en in de tussentijd kun je de schade repareren.

Hetzelfde principe geldt voor ecosystemen. Bossen, meren, savannes, koraalriffen, allemaal met hun kenmerkende levensgemeenschappen en soortendiversiteit, blijven bestaan dankzij hun diversiteit. Biologen noemen een ecosysteem functioneel redundant. Doordat je meerdere componenten hebt die ongeveer hetzelfde doen kan het systeem een stootje hebben want de diverse soorten kunnen taken van elkaar overnemen, ook al is de functie van een individuele soort niet altijd even duidelijk. Bij verlies van soorten wordt het systeem fragiel, op dezelfde manier als waardoor de continue “race to the bottom” een complex bedrijf als Schiphol kwetsbaar maakt voor onbenullige storingen met grote gevolgen.

Ik zeg het zo: een stabiel systeem heeft voldoende “lummelruimte”. Het cruciale proces van een organisatie moet een beetje ruim in zijn vel zitten. Die lummelruimte is in de moderne maatschappij verdwenen, niet alleen bij Schiphol maar in veel organisaties en bedrijven. De enorme druk op kostenreductie is één oorzaak, een andere is de software. Als je alle processen automatisch achter elkaar laat lopen kun je erg efficiënt werken, maar er hoeft maar een klein vuiltje ergens in te komen en de hele zaak loopt vast. Het is een ontwerpfout om vitale systemen in te richten als commandolijnen.

Beste Schipholdirectie, leer van de biologie, bouw lummelruimte in jullie bedrijfsvoering en ga tegelijk eens goed nadenken over hoe we een luchtvaartsector moeten ontwerpen die niet verslaafd is aan voortdurende groei en op een gezonde manier de externe kosten doorberekent naar degenen die ze veroorzaken.