Melkdrinker is een mutant

Het is vandaag wereldmelkdag. De Wereldvoedselorganisatie FAO heeft deze dag uitgeroepen om te benadrukken hoe groot de betekenis is van melk als onderdeel van een gezonde voeding. In Nederland weten we wel dat melkdrinken en het consumeren van melkproducten zoals yoghurt, boter en kaas gezond is want dat is ons met de paplepel ingegoten.

Maar er zijn ook mensen voor wie melk minder gezond is. Sommige kinderen (men schat 2 tot 3% van de zuigelingen) zijn allergisch voor melkeiwitten en sommige volwassenen kunnen geen melksuiker (lactose) verteren. Die gevallen moet de dokter zo snel mogelijk in beeld krijgen, zodat het drinken van verse melk vermeden kan worden. Maar voor het grootste deel van de bevolking is melk van koeien gewoon een gezond natuurproduct vanwege het hoge gehalte aan vitamine B12 en calcium, en de beschermende werking tegen darmkanker. Als je geen melk drinkt maar bijvoorbeeld soja-producten moet je zorgen dat je op een andere manier aan vitamine B12 en calcium komt en meestal wordt dat kunstmatig aan sojamelk toegevoegd.

Toch kun je de vraag stellen of het wel normaal is dat wij tot op onze oude dag melk kunnen blijven drinken. Er is geen enkel zoogdier dat nog melk drinkt na de zoogperiode, sterker nog, het vermogen om melk te verteren wordt actief uitgezet. Ook bij ons gebeurt dat, tenminste dat was de situatie in het grootste deel van de menselijke evolutie. Waarom is dat veranderd?

Het belangrijkste bestanddeel van moedermelk is melksuiker (lactose). De baby maakt een enzym dat melksuiker kan verteren in de darm. Dat enzym wordt gemaakt vanuit een gen, genaamd lactase. Nu komt er omstreeks het negende levensjaar een proces op gang waardoor het lactase-gen actief uitgezet wordt. Het gen blijft wel aanwezig en wordt doorgegeven aan je kinderen, want als baby heb je het natuurlijk nodig. Maar bij volwassenen is het gen overbodig geworden en daarom zegt het lichaam: uit met dat ding.

Niemand had daar last van, want niemand dronk moedermelk na zijn negende jaar, totdat de mens landbouw begon te bedrijven en huisdieren begon te houden. In de eerste landbouwbevolkingen die zich ontwikkelden in het Midden-Oosten, ongeveer 10.000 jaar geleden, was een kleine minderheid van mensen die het vermogen om melk te drinken hun hele leven behielden. Het was eigenlijk een foutje, een mutatie, zegt de bioloog, in het systeem dat het lactase-gen uitzet. Ook dat was niet zo erg want je had er geen last van. Maar toen de mens huisdieren ging houden werd het opeens erg voordelig als je melk van kamelen, ezelinnen en koeien kon drinken. In situaties waarin voedsel schaars was had je een rijke bron van eiwit tot je beschikking. Het gevolg is dat die “foutjes” een voordeel kregen en in aantallen toenamen, sneller dan de mensen die geen melksuiker konden verteren als volwassene. Wat eerst een uitzondering was werd nu normaal.

Vanuit het Midden-Oosten verspreidde het melkdrinken zich over Europa. Maar het beeld is erg grillig omdat het sterk is beïnvloed door de vele migraties vanuit het Midden-Oosten en vanuit Midden-Azië. Ook in andere gebieden ter wereld nam het vermogen om melksuiker te verteren toe. In zijn algemeenheid kun je zeggen dat het algemeen is in Noordwest Europa, West Afrika en het Midden-Oosten, maar zeldzaam is in Zuid-Afrika en Zuidoost Azië.

Het ontstaan en de verspreiding van lactose-tolerantie is een klassiek verhaal uit de evolutiebiologie dat behandeld wordt in alle cursussen over evolutie van de mens. Het laat zien dat de evolutie heel snel kan werken als het voordeel erg groot is. Dus als mensen je uitschelden voor mutant als je melk drinkt hebben ze in principe gelijk. Maar het is wel een heel voordelige mutatie gebleken.