Ode aan de otoliet
Met een welgemikte snee in de kop van de bot legde Marcel de otoliet bloot en pakte hem met een pincet uit het oor van de vis. Ik stond er bij te kijken tijdens een werkbezoek aan Wageningen Marine Research, het voormalige Rijksinstituut voor Visserijonderzoek in IJmuiden. Het instituut neemt steekproeven van alle vis die door vissers aan land wordt gebracht en de visserijbiologen bepalen daaruit de leeftijdssamenstelling en de groei van de visstand. Dat is weer belangrijk bij het vaststellen van de visquota door de Europese Unie, die voorschrijft hoeveel vis de verschillende landen mogen vangen om een gezonde visstand te handhaven.
Een otoliet is een gehoorsteentje, maar de vis hoort er niet mee, het is onderdeel van het evenwichtsorgaan waarmee hij zijn eigen bewegingen en zijn positie in het water kan waarnemen. Het is een dingetje van kalk en andere materialen, een paar millimeter groot, soms groter, maar vaak ook kleiner en het heeft een karakteristieke vorm die kenmerkend is voor de vissensoort. In tegenstelling tot wat je verwacht zijn het geen ronde steentjes, ze zijn min of meer vleugelvormig. Ze zitten in het voorportaal, de vestibule, van het binnenoor. Als de vis zijn kop beweegt verschuift het steentje een beetje, vooral bij versnelde bewegingen. De traagheid van de otoliet geeft frictie op zintuighaartjes die er aan vast zitten, en die zintuigcellen geven vervolgens een signaal af aan de hersenen. Zo kan de vis zich in het water oriënteren.
Waarom zou een visserij-onderzoeker geïnteresseerd zijn in zulke gehoorsteentjes, vraag je je af. Het punt is, het steentje groeit en elk jaar wordt er een nieuw laagje op afgezet. Als je een steentje doorsnijdt zie je duidelijke jaarringen, die je kunt tellen, net als bij bomen. Het is de meest betrouwbare methode om de leeftijd van een vis vast te stellen. Ik zag hoe Marcel de otolieten uit de bot per stuk in een klein bakje legde. Op het lab werden de otolieten ingebed in kunsthars, vervolgens doorgezaagd, soms gekleurd, en dan bekeken onder de microscoop. Voilà, de leeftijd van de vis, geen twijfel over mogelijk. Hoe zit het met de verhouding tussen lengte, gewicht en leeftijd? Dat zegt iets over de conditie van de vis. Er passeren zo heel wat otolieten; het is een routineklus voor het visserij-instituut, maar wel erg belangrijk omdat de visserijquota er van af hangen.
Een otoliet (elke vis heeft er twee, namelijk een linker en een rechter) komt bij alle gewervelde dieren voor, behalve bij de kraakbeenvissen. Ook wij hebben zulke dingetjes in ons binnenoor, maar bij ons is het meer een verzameling gruis ingebed in een gelei. Ze zitten in twee zakjes van het voorportaal van het binnenoor. Maar het werkt hetzelfde: als ons hoofd een versnelde beweging ondergaat, zoals in een lift of een optrekkende auto, bewegen de gehoorsteentjes trager dan het hoofd zelf en dat wordt waargenomen door zintuighaartjes. De signalen van de linker en rechter otolieten wordt in de hersenen geïntegreerd met die van de drie halfcirkelvormige kanalen die vooral draaiingen van het hoofd waarnemen. Met elkaar kunnen we ons een beeld vormen van onze positie en onze bewegingen in de ruimte.
Je kunt je niet voorstellen hoe belangrijk ons evenwichtsorgaan is. Als het niet goed werkt, en dat komt helaas veel voor bij oudere mensen, heeft dat enorme gevolgen. Je kunt niet meer fietsen, zelfs lopen wordt lastig want als je je hoofd te snel beweegt word je duizelig en dreig je te vallen. Zonder die pielige gehoorsteentjes kan een mens niet deelnemen aan het dagelijks leven en kan een vis niet zwemmen. En zonder otoliet wisten we de leeftijd van de bot niet en konden we de EU niet adviseren over de visstand. Vandaar deze ode aan de otoliet. Onderschat hem niet!