Seksadvies van bodemdieren

Ik ben begonnen aan Hoofdstuk 5 van mijn boek over de evolutie van ongewervelde bodemdieren. Dat gaat over seksueel gedrag. Je zou denken, in de bodem is geen plaats voor gedrag, laat staan seks, maar dat is niet waar. In spleten en gaten, onder bladeren en boombast, tussen plantenwortels en in mollengangen worden de mooiste kunstjes vertoond.

Er zijn ontiegelijk veel boeken geschreven over de menselijke seksualiteit. Waarom heeft de een geen zin als de ander wil en andersom? Al die boeken komen steeds op hetzelfde neer: je moet erover praten. Dat weten we nu wel. Laat die boeken liggen en lees Hoofdstuk 5 van mijn boek, dan leest u iets nieuws.

Neem bijvoorbeeld de pseudoschorpioenen. Dat zijn kleine roofdiertjes die op schorpioenen lijken, maar ze hebben geen gifstaart, wel twee grote klauwen aan de voorkant die ze gebruiken om prooien te pakken. In de paringsdans grijpt het mannetje met één klauw het vrouwtje vast en trekt haar naar voren en naar achteren. Met de andere klauw geeft hij haar harde tikken en porren. Zo lopen ze als koppel heen en weer totdat het mannetje een druppel sperma op de grond legt. Dan trekt hij het vrouwtje daar vliegensvlug overheen en schudt haar nog eens flink door elkaar zodat ze bevrucht wordt. Dan vervolgen ze de dans, het mannetje begint weer te porren en te tikken en het ritueel herhaalt zich, tot ongeveer zes keer. Het is een heel leuk gezicht om die twee zo bezig te zien. Het gedrag werd al beschreven door de Duitse bioloog Peter Weygoldt in 1969, met hele mooie tekeningen, die ik overneem in mijn boek.

Ook spinnen kunnen een inspiratiebron zijn, vooral wolfspinnen. U moet weten dat spinnen onder elkaar erg agressief zijn. Een paring is daarom een zeer delicate zaak, want je moet dicht bij elkaar komen zonder dat de partner je opeet. Spinnen mogen dan acht ogen hebben, ze zien er niet veel mee. Een ander dier dat nadert wordt altijd in eerste instantie beschouwd als een prooi. Daarom moet er vóór de paring een heel ritueel van gedragingen afgewerkt worden, die tot doel hebben de agressie van de partner te onderdrukken. Het mannetje benadert het vrouwtje op een karakteristieke manier, met trillende palpen, eerst de ene dan de andere. Dat kan zo wel een uur doorgaan. Als het vrouwtje voldoende gekalmeerd is kan het mannetje haar bestijgen en zijn palp, waarin het sperma wordt bewaard, in haar geslachtsopening steken.

Bij sommige wolfspinnen moet het mannetje ook nog een huwelijkscadeau aanbieden. Dat is bijvoorbeeld een doodgemaakt insect dat netjes verpakt is. Het vrouwtje beoordeelt de kwaliteit van het mannetje naar de grootte van het huwelijkscadeau. Als dat te klein is jaagt ze hem weg. Maar als ze het cadeau accepteert begint ze te eten en is dan zo afgeleid dat het mannetje in de tussentijd zijn werk kan doen. Ook hier zijn duidelijke parallellen met de menselijke seks te trekken.

Maar de echte liefhebber moet zich laten inspireren door de slakken. Landslakken schieten tijdens de paring spiesen van kalk, zogenaamde liefdespijlen, in de huid van de partner. Vroeger dacht men dat de slakken dit deden om elkaar tot meer opwinding te brengen, maar het blijkt dat er vuil spel mee gespeeld wordt. Op de liefdespijl zit een substantie die werkt op de inwendige geslachtsorganen van de partner, zodanig dat de kans op een bevruchting zo groot mogelijk is. En de liefhebber van extreme seks moet zich wenden tot de banaanslak. Die maakt er een gewoonte van om bij de paring, die uren kan duren, langzaam maar zeker de penis van de partner af te bijten, nog tijdens de penetratie.

Dus in plaats van al die saaie seksadviesboeken kunt u ook Hoofdstuk 5 van mijn boek over bodemdieren lezen. Maar het boek komt pas over een half jaar uit dus ik hoop dat u het nog even uithoudt.