Sexy verhaal in broeierig café

Afgelopen zondag, 12 februari, was het Darwin Day. In Nederland is die dag, de geboortedag van Charles Darwin, niet zo erg bekend maar in andere landen maakt men er een hoop drukte over. Wereldwijd worden symposia, lezingen, publieksactiviteiten, excursies, spelletjes, van alles en nog wat georganiseerd door biologie-afdelingen van universiteiten, onderzoeksinstituten, scholen en musea, ter ere van de grote Engelse bioloog, de eerste met een samenhangende theorie over de evolutie van het leven, opgeschreven in zijn beroemde boek uit 1859.

In Nederland is de activiteit beperkt, maar niet minder gedenkwaardig: een lezing in een café in Wageningen, het “Darwincafé”. En dat is niet zomaar een café, nee in het Rad van Wageningen serveren ze bier dat kan evolueren. Ze brouwen hun eigen lokale bier en via een website vragen ze de klanten de smaak te beoordelen en commentaar te geven over eventuele verbeteringen. Op die manier kan het bier “evolueren”. De eigenaar liet me zelfs zien dat ze een bier hadden gemaakt op basis van rogge. Dat is nog niet zo gemakkelijk werd me verteld, er is een probleem met het kaf, maar de details ben ik vergeten, je moet mij geen bier laten maken.

In dat café mocht ik dus een lezing houden ter gelegenheid van Darwin Day. Het werd georganiseerd door het biologenblad Bionieuws en de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, die me hadden uitgenodigd om iets te vertellen over de evolutie van het menselijk lichaam. Nu valt daar veel over te vertellen, ik moest een keuze maken. Over elk orgaan van het menselijk lichaam, het oog, de lever, het middenrif, de voet, enz., valt een complete lezing te houden. Hoe is dat orgaan in het verleden ontstaan, hoe is het veranderd door evolutie, hoe ziet het er nu uit en hoe gaat het verder? Sommige organen zijn heel oud, we hebben ze gemeen met zelfs de ongewervelde dieren, denk aan het hart, andere organen hebben we alleen gemeenschappelijk met zoogdieren, denk aan de placenta, en weer andere organen zijn alleen bij de mens geëvolueerd, denk aan de vele nieuwe hersenkernen die we hebben.

Welk orgaan zou ik voor deze lezing kiezen? Drs. P schreef ooit een lied getiteld “Orgaan”, waarvan ik het derde couplet hier even weergeef zodat u begrijpt om welk orgaan het gaat: “Het pleegt in tijden van verveling/Wat schuil te gaan/Maar reageert op elke streling/Geheel spontaan/Dan wordt het opgetogen wakker/Dan gaat het staan/En aanstonds wil de felle rakker/Ertegenaan”. Alle regels van het lied eindigen op “aan”, zo ook in het laatste couplet waarin de doctorandus klaagt: “De grijsaard ligt met open ogen/En voelt een traan”.

Ik keek de zaal van het café in die zich aardig vulde; het werd lekker warm en zelfs broeierig, mensen zaten dicht op elkaar, het was al met al de perfecte ambiance voor een lezing over het orgaan dat drs. P bedoelde, mijn lezing moest gaan over het urogenitaal stelsel.

Het urogenitaal stelsel dient twee doeleinden: de uitscheiding van urine en de afvoer van geslachtsproducten. Waarom zijn die twee functies in één orgaanstelsel verenigd? Dat is bij de meeste dieren niet zo. Denk aan de vele ongewervelde dieren zoals insecten. De uitscheiding van urine (of tenminste de insecten-variant daarvan) wordt gedaan door de buisjes van Malpighi die uitlopen in de darm. De geslachtsklieren hebben hun eigen afvoergang die achterin het lichaam naar buiten uitloopt. Waarom komen bij onze mannen de geslachtscellen en de urine uit dezelfde opening? Daar is een heel goede evolutionaire verklaring voor. Maar het voert te ver om die verklaring hier te recapituleren. En mijn lezing behandelde ook nog de grootte van het orgaan en de afdaling van de testikels. Serieuze wetenschap kan ook sexy zijn. Thuisgekomen maakte ik tevreden een Wageningse Engel soldaat, een eerbetoon aan de biodiversiteit op Darwindag.