Spinnen en verhalen vertellen
Bestaat er zoiets als een kledinggevoel, een diepe relatie tussen het menselijk lichaam en de kleding die het bedekt, de structuur van de textiel of de wol? Ik had nog nooit over die vraag nagedacht totdat ik in gesprek raakte met mevrouw Loan Oei. Ze heeft verschillende HOVO-cursussen van mij gevolgd, zat altijd op de voorste rij en op het puntje van haar stoel. Ze was geïnteresseerd in de relatie tussen evolutie en textiel. Spreekt men in de biologie niet van weefsels en vezels? Spieren zijn opgebouwd uit spiervezels die samen een spierweefsel vormen. Textiel wordt gemaakt van vezels die geweven worden. En DNA bestaat uit twee strengen die in elkaar gewonden zijn, net als de streng van een kabeltrui, een touw of een wollen draad. En is er niet een gelijkenis tussen zenuwvezels die als draden door het lichaam lopen, zoals de draden van een gordijn? De ideeën van mevr. Oei waren volkomen nieuw voor mij. Het was nog nooit in mij opgekomen dat zulke relaties er zouden kunnen zijn. Mevr. Oei was ook geïnteresseerd in hoe wij als mens in de evolutie met textiel en kleding omgegaan zijn. Welke relatie hebben we opgebouwd met onze lichaamsbedekking en welke culturele tradities zijn daaruit voortgekomen? Er ging een wereld voor me open.
Mijn natuurlijke kledinggevoel is slecht ontwikkeld. Als ik op een willekeurig moment van de dag gesommeerd zou worden om mijn ogen dicht te doen en à l’improviste zou moeten vertellen welke kleren ik aan had, zou ik met een mond vol tanden staan, denk ik. Welke onderbroek heb ik aan? Dat lukt nog wel, want die is altijd hetzelfde. En of ik een stropdas draag kan ik waarschijnlijk ook nog vertellen, maar heb ik een T-shirt of een overhemd aan en als het een overhemd is, welke kleur en welk patroon? En heb ik een colbertjasje aan of een vest of een trui? En welk vest? Mijn kledinggevoel laat me in de steek.
Het enige waar ik op kan bogen is dat ik vroeger geleerd heb te breien, al was dat beperkt tot één recht, één averecht en de patentsteek. De wollen sjaal die ik daarmee breide was ondraagbaar want hij werd steeds smaller aan één uiteinde. Ik was ook vrij goed in borduren met kruissteken, al zeg ik het zelf. Ik heb nog eens een zelfontworpen geborduurde lap gemaakt van het binnenvaartschip waarop ik als student woonde in Amsterdam.
Het zijn textiel-technisch geen hoogtepunten, maar wel genoeg om geïnteresseerd te zijn in wat mevr. Oei me vertelde. Ze was toen bezig om een boek te schrijven over de relatie tussen de evolutie van taal en het gebruik van textiel. Is dat gelijk opgegaan en heeft het gebruik van textiel de opkomst van taal beïnvloed? De woorden tekst en textiel zijn afgeleid van hetzelfde Latijnse woord (textus, geweven). Ook het woord arachnologie wordt in beide contexten gebruikt. In de biologie gaat het over de studie van spinnen. In de literatuur en de kunst wordt “arachnologie” gebruikt voor het onderliggende weefsel van samenhang en interpretatie van een tekst. Het refereert ook aan het beeld van de vrouw die gezeten aan het spinnewiel verhalen vertelt. Spinnen en verhalen vertellen liggen dicht bij elkaar. Beide betekenissen gaan terug op de Griekse mythologie, zoals verteld door Ovidius: Arachne was een vrouw die heel goed kon spinnen en stoffen kon maken van fabelachtige schoonheid. Dat wekte de afgunst op van de oppergod Athena, die haar veranderde in een spin. Vandaar het spinnen van zowel de vrouw als de spin.
Wat een rijkdom aan verhalen komt er voort uit de confrontatie van biologie met textiel! Nu vernam ik kortgeleden dat mevr. Oei vanwege twee herseninfarcten en verlammingen is opgenomen in een verpleeghuis. Ik draag deze column daarom aan haar op en ik bid dat ze herstelt zodat ze haar prachtige boek nog af kan maken.