Een sterk verhaal over het klimaat
Er was een tijd dat verhalen vertellen de manier was om belangrijke dingen vast te houden en door te geven. Een goed verhaal, dat een kop en een staart heeft, een held en een ontknoping, iets fantastisch of iets herkenbaars, eventueel met een beetje persoonlijk drama, zo’n verhaal staat sterker dan een serie grafieken en tabellen. Men zegt dat dit precies het probleem is met de discussie over klimaatverandering. De wetenschappers overtuigen elkaar met getallen, tabellen en grafieken, maar dat is niet de beste methode om het grote publiek te overtuigen. Mensen zijn gericht op verhalen die hun kernwaarden raken, het wel een wee van hun familie of hun levensovertuiging. Het onheil van de klimaatverandering gaat beetje bij beetje, met een hoop ruis tussendoor; het duurt een hele generatie voordat je er iets van begint te merken en doordat het langzaam gaat wen je aan de gevolgen en kom je niet in actie totdat het te laat is.
Onze hersenen zijn ingericht om klimaatverandering te negeren, zegt George Marshall in zijn boek “Don’t Even Think About It”. De auteur is communicatiedeskundige, gespecialiseerd in klimaatverandering, en hij is uitermate gefrustreerd over het feit dat er nog zoveel klimaatontkenners zijn. Vanuit de wetenschap gezien is dat inderdaad onbegrijpelijk. De feitelijke gegevens over de door de mens veroorzaakte klimaatverandering zijn overweldigend. Er is nauwelijks een milieuprobleem dat zo goed uitgeplozen is en toch zijn er mensen die het keihard ontkennen. Voor een deel is dat natuurlijk het werk van door de industrie betaalde pressiegroepen die doelbewust desinformatie verspreiden, met het doel zelf buiten schot te blijven en zo lang mogelijk hun eigen belang veilig te stellen. Maar voor een ander deel is het omdat de klimaatonderzoekers proberen het publiek en de politiek te overtuigen door het tonen van steeds betere modelvoorspellingen, gevat in tabellen en grafieken. Het is geen verhaal dat het hart van de luisteraar bereikt.
Zelfs bij echte klimaatrampen, zoals de overstromingen en ravage die de orkaan Sandy in 2012 aanrichtte aan de Oost- en Zuidkust van de Verenigde Staten, waarbij 350.000 huizen vernield werden, staat het klimaatverhaal niet sterk. Toen George Marshall een aantal slachtoffers interviewde en ze vroeg “Moeten jullie niet naar Washington om daar te eisen dat de federale overheid meer doet om klimaatverandering tegen te gaan?” zeiden ze: “Ja natuurlijk verandert het klimaat. Maar dat is zo’n groot probleem, daar kunnen we niks aan doen. En nu willen we naar huis. Met die hogere zaken gaan we ons later bezig houden.”
Maar in Nederland ligt het anders. Dat komt door de Groningers. De aardbevingen in het Noorden hebben een ware kanteling veroorzaakt. Opeens is de overheid er van overtuigd dat we in 2050 van het gas af moeten zijn. Gemeentes worden gestimuleerd om duurzaamheid te bevorderen door middel van woningisolatie, inzet van windmolens en zonnepanelen, en in sommige gevallen een hele energieneutrale wijk aan te leggen. Een van de meest succesvolle voorbeelden is de wijk Groevenbeek-Noord in Ermelo, het eerste nul-op-de-meter nieuwbouwproject in een betaalbare prijsklasse. In Noord-Holland is de Stad van de Zon in Heerhugowaard het lichtende voorbeeld van een wijk die niet alleen grotendeels op zonne-energie draait maar die ook nog een prachtige uitstraling heeft.
Waarom lukt het nu plotseling een kanteling teweeg te brengen? Het komt door de Groningers. Zij hebben een verhaal dat het hart bereikt. Steeds weer die onzekerheid over de bevingen, scheuren in de muur, de waardedaling van je huis; de NAM die niet wil betalen, iedereen begrijpt dat, vooral ook omdat het verhaal niet door gewiekste politici verteld wordt maar door gewone mensen die geloofwaardig overkomen omdat ze in andere opzichten niet bekend staan als zeurpieten. Groningers gaan de zaak eindelijk in beweging krijgen en de klimaatadaptatie van Nederland redden. Hulde!