Strijd tot op het bot

Via deze column probeer ik u een beetje op de hoogte te houden van de stand van wetenschap over de evolutie van de mens. Daarom moet ik u een belangrijk resultaat vertellen van de afgelopen maanden: er is weer een nieuw bot gevonden van een mensachtig individu. En zoals het gaat met die zaken: de wetenschappers zijn verdeeld tot op het bot.

De “vondst” waar het om gaat is een dijbeen van de Tsjaadmens, een mensachtig wezen dat 7 miljoen jaar geleden leefde in Afrika. Het bot werd eigenlijk al gevonden in 2002 maar het is toen in een la verdwenen en heeft daar 10 jaar gelegen. De hoofdonderzoeker, Michel Brunet van de universiteit van Poitiers, hield het al die tijd verborgen. In 2002 had hij alleen de vondst van een schedel gerapporteerd. In 2004 werd dat gevolgd door een stuk van de onderkaak en een paar kiezen, in totaal van vijf individuen. Brunet beweerde dat de schedel afkomstig was van een op twee benen lopende mensachtige van 7 miljoen jaar oud. Geen chimpansee of gorilla, maar een mensachtig wezen, weliswaar met kleine hersenen maar met een aangezicht met menselijke trekken.

Een afgietsel van de schedel heb ik jarenlang gebruikt bij het bottenpracticum in mijn cursus Evolutie van de Mens op de Vrije Universiteit. Elk jaar ontstond er discussie onder de studenten: kon de Tsjaadmens een op twee benen lopende mensachtige zijn? Als je een goede schedel hebt kun je dat zien aan de positie van het achterhoofdsgat, de plek waar de hersenen uit de schedel treden en doorlopen in het ruggenmerg. Dat gat zit bij ons aan de onderkant, omdat wij rechtop lopen. Bij vierbenige dieren is dat gat naar achteren gericht. Zo kun je aan de schedel zien of een dier rechtop liep.

Bij de Tsjaadmens is dat ten enenmale onduidelijk. De onderkant van de schedel is vervormd, zodat je niet goed kunt zien waar het achterhoofdsgat zit. De studenten waren er niet van overtuigd dat het een echte mensachtige was. Na een paar jaar verschenen er artikelen van gerenommeerde wetenschappers die ook twijfel zaaiden. De klap kwam in 2017 toen bleek dat er ook nog een dijbeen gevonden was dat Brunet al die tijd verborgen had gehouden. Een medewerker aan de universiteit van Poitiers was daar achter gekomen en had het bot onderzocht en gefotografeerd. Hij wilde dat bekend maken op een congres maar zijn bijdrage werd geweigerd. Het gerucht ging toen dat het dijbeen zou bewijzen dat de Tsjaadmens inderdaad geen mensachtige was. Ik schreef daar al over in februari 2018. In 2020 volgde een publicatie waarin dat bevestigd werd. Toen dacht ik: zie je wel, mijn studenten hadden gelijk.

Maar nu komt de groep uit Poitiers eindelijk tevoorschijn met het dijbeen van de Tsjaadmens. Het wordt beschreven in een artikel dat in augustus van dit jaar verscheen in het tijdschrift Nature. Maar denk niet dat de zaak daarmee opgelost is. Het dijbeen is zwaar beschadigd; de uiteinden ontbreken. Juist aan die uiteinden, vooral aan de bovenkant, die scharniert in de heupen, kun je zien of het wezen op twee benen liep. Maar die bovenkant is afgeknaagd door een hyena. Desondanks beweren de auteurs dat dit bot bewijst dat de Tsjaadmens op twee benen liep.

De cursus Evolutie van de Mens geef ik al een paar jaar niet meer, maar ik weet zeker dat de studenten zouden smullen van dit debat. Onenigheid geeft aanleiding tot onderzoek, nieuwe metingen, andere interpretatie van gegevens, enz. Dat is een uitstekende oefening voor ze. Daarom hoop ik dat er binnenkort weer een artikel verschijnt dat tegen Brunet ingaat. Laat de strijd over de botten maar voortduren. Daar valt van te leren.