Tolerantie tegen chaos is nodig
De oorsprong van het leven is een onderwerp dat me mateloos interesseert, dus alles wat er los en vast aanzit probeer ik te lezen. Zo kwam ik het boekje van Freeman Dyson tegen, een natuurkundig en wiskundig genie die in februari van dit jaar op 96-jarige leeftijd is overleden. Twintig jaar geleden publiceerde hij een boekje over het ontstaan van het leven, een pareltje in de boekenkast van wetenschappers die, aan het eind van hun carrière gekomen de onbedwingbare behoefte voelen een boek te schrijven over de vraag der vragen: hoe is het leven ontstaan? (ik ben er zelf ook zo een).
De ideeën van Dyson waren wat recalcitrant indertijd, maar wat een treffend actuele waarheid spreekt eruit! Ik moet eerst iets vertellen over de discussie die jarenlang onder wetenschappers speelde over wat er eerst kwam: genetica of metabolisme, erfelijkheid of stofwisseling? Begon het leven met dingen die zichzelf konden reproduceren en via evolutie steeds beter en ingewikkelder werden, of begon het leven met chemische reacties, stoffen die met elkaar reageerden in een chaotisch netwerk dat gaandeweg zichzelf in stand kon houden? Een jaar of wat geleden geloofde iedereen in het eerste model, omdat het zo mooi aansluit bij het klassieke evolutiebeeld van Charles Darwin. Maar in deze tijd heeft het andere model, waarin het leven ontstond uit een complex mengsel van met elkaar reagerende stoffen de overhand gekregen.
Terwijl twintig jaar geleden iedereen het klassieke evolutieverhaal aanhing had Dyson een voorkeur voor het chaotische stofwisselingsmodel. De tijd heeft hem gelijk gegeven en, omdat hij zo’n respectabele leeftijd bereikte, nog voordat hij afscheid moest nemen van dit leven. Dyson was ook in andere opzichten obstinaat. In 2009 ontpopte hij zich tot ontkenner van de klimaatverandering en was daardoor, ondanks zijn aanzienlijke wetenschappelijke reputatie, niet erg geliefd onder ecologen. Een beetje chaos zat ook in hemzelf denk ik dan maar; we moeten die verdwazing, in Dysons eigen geest, beantwoorden met tolerantie.
Ik was met name gefascineerd door zijn idee dat een zekere mate van chaos vereist is om het leven te laten ontstaan. In ons erfelijk materiaal zit ook een flinke dosis chaos. Biologen noemen het “junk DNA”: stukken waarvan niemand weet wat ze betekenen, eindeloze herhalingen van onzinsequenties. Later bleek dat er wel degelijk functionele, zelfs essentiële onderdelen in zaten, maar dat wist Dyson nog niet. Dat junk-DNA is vergelijkbaar, zei Dyson, met televisieadvertenties, internet spam, astrologie en politieke propaganda. Let wel: Dyson schreef dit in 1999! We hoeven er alleen maar aan toe te voegen: complottheorieën, nepnieuws en desinformatie, om de stap naar 2020 te maken. En de clou is, tolerantie tegen fouten is de eerste en belangrijkste voorwaarde voor leven. Je moet de junk kunnen negeren, onderdrukken of compenseren om duurzaam leven mogelijk te maken. Aan de andere kant is een zekere mate van chaos ook nodig. Als je alles te strak wilt regelen, zoals in een dictatuur, maakt dat de maatschappij broos en kwetsbaar. Dictaturen duren niet lang, de junk-tolerante maatschappij heeft de toekomst. Aldus de filosofie van Dyson.
Hoe zorg je ervoor dat de chaotische tendensen enige bewegingsvrijheid genieten, waar de maatschappij van profiteert, maar niet de overhand krijgen? Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het jaar 2020 ons geleerd heeft hoe je dat het beste kunt doen. Niet door de regels van bovenaf te verordonneren zoals de regeringen van Hongarije, Polen, Rusland en Turkije proberen, maar door continu te schipperen tussen Waanzin en Zakelijkheid, aan beide kanten irritatie en gehoon te ontmoeten, maar uiteindelijk in de middenweg de oplossing te vinden waarmee je verder komt, een schip gevuld met junk en verstand. Zo vond ik in mijn studie naar de oorsprong van het leven bij een oude Engelsman ook weer inspiratie voor een visie op de maatschappij.