Voedseltransitie

Steeds meer realiseer ik me hoe enorm je de wereld kunt verbeteren door middel van matiging, geduld en bescheidenheid: matiging van je eetpatroon, geduld met de medemens en bescheidenheid in de aanschaf van goederen. Ik kwam daar weer op toen ik een paar weken geleden deelnam aan een symposium over de transitie naar een duurzaam voedselsysteem. Het is een groot landelijk onderzoekprogramma, waarin universiteiten en hogescholen samenwerken met bedrijven, overheden en voorlichtingsorganisaties. Indertijd was ik betrokken als lid van de commissie die de projecten moest beoordelen en het consortium samenstelde. Nu hielden ze hun eerste grote symposium in Egmond aan Zee, waarbij ze de resultaten bespraken. Ik ben weliswaar met pensioen, maar een goed georganiseerd symposium of congres waar je de laatste wetenschappelijke inzichten hoort, laat ik niet aan me voorbijgaan. U als lezer profiteert er ook van doordat ik er hier over schrijf.

Het programma gaat uit van het simpele feit dat de manier waarop we tegenwoordig voedsel produceren en consumeren op de lange duur niet is vol te houden. Er wordt te veel weggegooid, het moet van te ver komen, het veroorzaakt een te grote milieubelasting en we eten simpelweg te veel en deels ook nog de verkeerde dingen, zodat onze gezondheid eronder lijdt. Daar moet verandering in komen en de wetenschappers noemen dat een transitie. Op dit moment zijn veel mensen bezig met de energietransitie, van fossiele brandstoffen naar duurzame energie, maar we moeten ook een voedseltransitie in werking zetten: van overdaad, milieubelasting en overgewicht naar matiging, milieuvriendelijkheid en gezondheid.

Op het symposium was een presentatie van de Nederlandse organisatie Greendish. Waarom zo’n instelling een Engelse naam moet hebben snap ik niet, ze hadden net zo goed Groengerecht kunnen heten, maar ze doen wel erg goed werk. Ze richten zich op het vergroenen van de keuken door voorlichting en begeleiding van restaurants en bedrijven. Een restaurant dat meedoet krijgt eerst een meting, waarin vastgesteld wordt hoeveel voedsel er verspild wordt, wat er op de menukaart staat en wat het aan energie- en milieubelasting kost om die gerechten op tafel te krijgen. Zo’n meting geeft al direct inzicht in de punten waarop je kunt verbeteren. Vervolgens wordt er een plan gemaakt en daarna volgen nog meer metingen. De koks worden via cursussen begeleid in het maken van keuzes die de laagste milieubelasting met zich meebrengen. Als het restaurant de succesformule voltooid heeft krijgen ze een certificaat dat ze kunnen gebruiken om klanten te trekken. Er is onder het publiek een grote markt voor eetgelegenheden die een verantwoorde menukaart kunnen bieden. Vaak zal het neerkomen op meer vegetarische gerechten, maar in zijn algemeenheid zijn er vele manieren om de menukaart te “vergroenen”.

Ik verbaasde me erover hoe simpel het eigenlijk is. De spreker op het symposium gaf aan dat als elk gezin zich zou beperken tot één keer vlees in de week, één keer vis en de rest vegetarisch, de duurzaamheid al binnen handbereik komt. Een duurzaam dieet put de aarde niet onnodig uit. Dat we het nu niet doen betekent dat we op veel te grote schaal leven. Het wordt uitgedrukt in je ecologische voetafdruk. Dat is de oppervlakte van land en water die nodig is om te voorzien in jouw consumptie. De ecologische voetafdruk van alle mensen bij elkaar is groter dan de aarde zelf, wat betekent dat we de aarde uitputten. Op den duur is dat niet vol te houden. En je kunt relatief eenvoudig uitrekenen wat je moet doen om het wel vol te houden.

Matiging, geduld en bescheidenheid zijn deugden die we moeten herontdekken. Hoe je dat tussen de oren krijgt van alle mensen weet ik ook niet, maar daarvoor hebben we dat onderzoeksprogramma. Ik wens ze veel succes want naast de energietransitie hebben we ook een voedseltransitie nodig.