Het vrouwenhart klopt anders
De Hartstichting roept ons op om vandaag iets roods te dragen. Daarmee wordt aandacht gevraagd voor hartproblemen bij vrouwen.
Cardioloog Janneke Wittekoek schreef er een erg informatief boek over: “Het Vrouwenhart”, dat hoewel qua uitvoering en stijl helemaal op vrouwen gericht, toch ook voor mannen goed leesbaar is. Het was voor mij een schok te lezen dat er in Nederland meer vrouwen dan mannen overlijden aan hart- en vaatziekten (dagelijks 57 vrouwen tegen 53 mannen) terwijl ik altijd dacht dat een hartaanval typisch iets was wat vooral mannen treft. Maar het punt is, zo vertelt Wittekoek, de verschijnselen zijn bij mannen heel anders dan bij vrouwen. Terwijl mannen last krijgen van acute pijn op de borst hebben vrouwen relatief vage klachten als vermoeidheid, kortademigheid en rugpijn. Bij de man is het hartfalen meestal toe te schrijven aan een verstopping van de kransslagaders, terwijl bij vrouwen de haarvaten rond het hart versmald zijn. In beide gevallen krijgt de hartspier te weinig zuurstof, maar de uitwerking is verschillend. Bovendien zijn de hartproblemen van de vrouw moeilijker aan te tonen met een elektrocardiogram.
Hoe is het mogelijk dat het mannenhart en het vrouwenhart zo verschillend zijn? Dat de geslachtsorganen van een vrouw anders zijn dan die van een man zijn begrijpt iedereen, maar het hart? Je zou denken een hart is een hart.
Toch blijkt uit onderzoek dat eerder dit jaar gepubliceerd werd dat het hart een van de vijf organen is (met weglating van de geslachtsorganen) die het meest verschillen tussen man en vrouw. Ik heb het dan over de werking, zoals die blijkt uit de activiteit van de genen. Mannen en vrouwen verschillen meer van elkaar in het hart dan in het brein, om maar iets te noemen. Terwijl veel mensen denken dat mannen en vrouwen zich in alle opzichten verschillend gedragen en dus wel erg verschillende hersenen moeten hebben, zitten de biologische verschillen veel meer in de spieren, het vetweefsel, de huid, en het hart. Interessant is dat het vooral de linker hartkamer is die qua werking verschilt tussen mannen en vrouwen. Dat is de hartkamer die het bloed in de lichaamsslagader pompt, in tegenstelling tot de rechter kamer die het bloed naar de longen pompt. De linker ventrikel is groter en heeft een dikkere wand dan de rechter.
Een van de factoren die het verschil tussen mannen en vrouwen zou kunnen verklaren is de uitwerking van cholesterol. We weten allemaal dat een hoog cholesterolgehalte in je bloed slecht is voor de vaatwanden. Vooral het cholesterol dat gebonden is in zogenaamde LDL-eiwitten is de boosdoener. Uit onderzoek blijkt dat de geslachtshormonen (oestrogeen bij de vrouw en testosteron bij de man) een invloed hebben op de cholesterolopname door de wanden van de bloedvaten. Dat zorgt ervoor dat het proces van dichtslibbing van de vaten, wat in de hand gewerkt wordt door hoge bloeddruk, te veel eten en te weinig bewegen, bij vrouwen anders uitwerkt dan bij mannen.
En ik vond het schokkend te lezen dat het biomedisch onderzoek grotendeels gedaan wordt met mannelijke proefdieren. Ik ken die tendens ook uit de dierkunde. Proeven die niet over voortplanting gaan wil je liever doen met – individueel gehouden – mannelijke dieren omdat die geen storende cycli hebben. Maar dat betekent dat we nooit iets leren over de niet-seksuele vrouwelijke functies.
Het is dus helemaal terecht dat Janneke Wittekoek aandacht vraagt voor het vrouwenhart. Haar boek was misschien niet voor mij bedoeld, maar toch heb ik er veel van opgestoken. Daarom besloot ik ook gevolg te geven aan de oproep van de Hartstichting. Ik loop waarschijnlijk de hele dag voor gek met mijn rode stropdas, maar dat moet dan maar. Het vrouwenhart klopt ook voor mij.