Wat Job weet over dood hout

Ik mocht deze week weer een promotie voorzitten. Het is een taak waarvoor een gepensioneerde hoogleraar uitermate geschikt is, want die is ervaren en heeft tijd zat, tenminste dat denkt iedereen. Eigenlijk moet de rector van de universiteit het doen, maar die schuift het altijd door naar de decaan van de faculteit, maar die heeft ook geen tijd dus delegeert het aan het hoofd van de afdeling en zo komen ze tenslotte bij mij. Maar het leuke is wel, als je de promotie voorzit doe je dat in naam van de rector. De dame van het bureau pedel hangt een zware ketting om je nek waardoor je je echt rector voelt en automatisch plechtig gaat spreken.

Bij mijn universiteit is het ook gebruikelijk dat de rector de vergadering opent met het voorlezen van een stukje uit de Bijbel. Er zijn jongere collega’s die dat onzin vinden en daarom die taak niet willen doen, maar ik doe het graag, omdat ik op deze manier mooi een stukje Bijbelkennis meepik. Ik probeer namelijk altijd iets uit te zoeken dat past bij het onderwerp van het proefschrift dat verdedigd gaat worden. Dat is niet zo moeilijk als het lijkt want in de Bijbel staat zo ontzettend veel dat je elk onderwerp kunt larderen met een Bijbeltekst die passend is. Bovendien staat de hele Bijbel op het internet dus je kunt er direct in zoeken.

Waar ging het proefschrift over? Over de afbraak van dood hout. U denkt natuurlijk, dood hout is dood en heeft geen biologie, maar dat is niet zo. In dood hout leeft een hele wereld. Dood hout zit vol met schimmels en bacteriën die het hout afbreken. En de schimmels worden massaal gegeten door allerlei insecten, die gaten boren in het hout. Er zijn zelfs kevers die speciale tuintjes aanleggen van schimmels die ze kweken om ze vervolgens op te eten. Deze zogenaamde ambrosiakevers hebben de speciale belangstelling van biologen, omdat ze in symbiose leven met schimmels.

Hoe snel breekt het hout af? Daar ging het proefschrift over. Als een boomstam op de grond valt en langzaam verrot is dat een belangrijke bron van kooldioxide. Onderzoekers die kijken naar klimaatverandering willen weten hoeveel kooldioxide geproduceerd wordt door al het dode hout dat in bossen ligt en langzaam in de atmosfeer verdwijnt. Dat moet meegenomen worden bij de natuurlijke CO2-uitstoot die je wilt vergelijken met de hoeveelheid die de mens daaraan toevoegt met de verbranding van steenkool, olie en gas.

De promovendus had dus een heel interessant en actueel proefschrift geschreven, dus ik moest ook een mooie tekst zoeken die daar mee te maken had. Ik vond iets in het boek Job (mocht u het willen opzoeken, Hoofdstuk 14, vers 7 tot 10). De profeet houdt hierin een heel betoog over de waarde van een boom. Voor een boom is er altijd hoop want als hij wordt omgehakt loopt hij weer uit. Ook al wordt zijn wortel oud, hij kan weer nieuwe loten vormen. Dus Job zegt eigenlijk dat dood hout eigenlijk leeft. Dat vond ik een mooie boodschap voor de jonge onderzoeker.

Ook de symbiose van schimmels met kevers is een voorbeeld van leven in dood hout. En als je verder kijkt zit er nog veel meer in: bastkevers, kniptorren, houtwespen, larven van vliegen en muggen, springstaarten, wormen, pissebedden, de hele wereld zit in dood hout. Een oude Engelse ecoloog heeft zelfs eens gezegd dat dood hout de bron is van nieuw leven. Het leven in dood hout is beschermd tegen kwalijke invloeden van buiten en kan daarom gemakkelijk nieuwe soorten maken. Dood hout is een evolutionaire smeltkroes.

Dat Jobs profetie nog eens biologisch in vervulling zou gaan in het jaar 2021 had hij zelf natuurlijk voorzien, want daarvoor was hij profeet.