Wat tektieten ons vertellen

Het gebeurt niet elke dag dat je een tektiet kunt vasthouden maar het overkwam mij afgelopen zondag na de lezing van Marco Langbroek voor het Eugene Dubois Genootschap in Eijsden. Marco had speciaal voor zijn lezing een aantal tektieten bij zich die hij na afloop liet zien in een doosje dat hij meegenomen had.

Een tektiet is een stukje gesmolten gesteente dat is ontstaan bij een grote meteorietinslag op aarde. Zulke meteorieten zijn meestal afkomstig van de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. Daar draait een grote hoeveelheid ruimtepuin in een baan om de zon; het lijken de restanten van een ontplofte planeet. Af en toe raakt zo’n stuk puin uit zijn baan en kan dan gevaarlijk dicht bij de aarde komen. Kleine stukjes verbranden in de atmosfeer, die zien we als vallende sterren. Maar grotere brokken komen regelmatig op de aarde. Meestal doen ze weinig kwaad, maar als het grote planetoïden zijn is het effect desastreus. De bekendste grote meteorietinslag vond 66 miljoen jaar geleden plaats, een moment dat het einde van de dinosauriërs markeerde. De aarde veranderde voorgoed.

Maar er zijn ook grote inslagen geweest van recentere datum. De lezing van Marco Langbroek ging over een meteoriet van 1 km doorsnede die 800.000 jaar geleden neerkwam in Zuid-Oost Azië. Bij zo’n inslag komt een enorme hoeveelheid energie vrij, gelijk aan miljoenen malen de atoombom op Hiroshima. Er ontstaat een diepe krater en in een straal van honderden kilometers in de omgeving is alles verwoest; verderop krijg je enorme bosbranden. Delen van de aardkorst worden hoog in de lucht geslingerd en komen neer in de wijde omgeving, tot duizenden kilometers afstand. Men noemt dat het “strooiveld” van de inslag. De stukjes gesmolten steen die weggeslingerd worden krijgen allerlei vormen, naar gelang de afstand die ze door de lucht afleggen. Dat zijn de tektieten. Dichtbij de inslag gaat het om onregelmatige brokken van een decimeter groot, meestal gelaagd. Verderop vind je stukken verglaasd gesteente met kenmerkende langwerpige of ronde vormen. Ze lijken een beetje op de verglaasde stukken lava die ontstaan bij een vulkaanuitbarsting (obsidiaan), maar tektieten bevatten minder water; daar herkent de geoloog ze aan. Door de hoge temperatuur is al het water eruit verdampt.

De plek van de inslag van 800.000 jaar geleden is lange tijd onduidelijk geweest. Men heeft over de jaren duizenden tektieten gevonden, in een strooiveld dat zich uitstrekt van Zuid-Oost Azië, de Indische Oceaan, de Stille Oceaan, tot in Australië en zelfs Antarctica. Maar de krater heeft men pas ontdekt in 2020. Die blijkt in Laos te liggen, maar is afgedekt door een dikke laag basalt uit een voormalige vulkaan.

Bij een meteorietinslag denkt iedereen aan de ramp van 66 miljoen jaar geleden, toen er nog geen mensen bestonden. Dat wij als mens ook zulke wereldomvattende gebeurtenissen hebben meegemaakt was voor mij nieuw. Achthonderdduizend jaar geleden leefde in Zuid-Oost Azië Homo erectus, een oude mensensoort. Deze Homo erectuswas een afstammeling van een Afrikaanse voorouder waar wij als Homo sapiens ook van afstammen. Ongetwijfeld zijn alle mensachtigen die 800.000 jaar geleden in Zuid-Oost Azië leefden daar subiet uitgestorven. Maar op de eilanden ten zuiden daarvan (het huidige Indonesië) en op het Chinese continent hebben ze het overleefd, want we van die plekken kennen we fossielen die ouder en jonger zijn. Vandaaruit hebben ze het schiereiland van Indochina weer gekoloniseerd.

Als het 800.000 jaar geleden gebeurd is kan het ook nu weer gebeuren. Gelukkig hebben astronomen de gevaarlijkste meteorieten, de “aardscheerders” van 1 km en groter, allemaal in de peiling. De komende eeuwen lopen we geen gevaar. Er komen geen tektieten bij. Maar mocht het toch gebeuren: de evolutie in het verleden laat zien dat het niet hoeft te leiden tot het uitsterven van ons als mensensoort.