Desmond Morris

Als je vijftig jaar na het verschijnen van “ The Naked Ape” gevraagd wordt om een column te schrijven in een Natator die geheel gewijd is aan het thema voortplanting dan kun je niet anders dan uitkomen bij Desmond Morris. Het is een wonder dat ik in deze rubriek nog niet eerder over hem geschreven heb, want Morris heeft mijn leven op doorslaggevende wijze beïnvloed en hij is een schrijvende bioloog bij uitstek.

“The Naked Ape” kwam uit in een tijdperk ver voordat er ook maar gedacht werd aan voortplanting die zou leiden tot de gemiddelde lezer van de Natator. Het was 1967. Ik zat op het gymnasium. In 1969 kwam de Nederlandse vertaling uit onder de titel “De naakte aap”. Het zou eigenlijk “De naakte mensaap” moeten heten natuurlijk, weet elke bioloog, maar dat nemen we op de koop toe. Het boek maakte op mij een grote indruk, net als “Dode Lente” van Rachel Carson. Beide boeken waren voor mij een reden om biologie te gaan studeren. Het is een beetje raar misschien dat een boek zo’n grote invloed kan hebben op de keuzes die je in je leven maakt, maar je moet het in die tijd zien.

Nu, vijftig jaar later, verschijnt mijn eigen naakte aap, getiteld “Evolueren wij nog?”. We gebruiken het bij onze eerstejaars cursus Evolutionaire Ontwikkelingsbiologie voor BMW. Op 21 april organiseert de uitgever een persbijeenkomst in Spui125 (iedereen welkom). Natuurlijk heb ik het boek van Morris opnieuw gelezen. Vroeger kocht je geen boeken, dus de Nederlandse versie uit 1969 had ik niet meer; ik kocht het boek in de Engelse uitgave van Vintage, uit 1997.

Bij herlezing begreep ik direct weer waarom het boek indertijd op mij, middelbare scholier van 18 jaar, zo’n indruk maakte. In het voorwoord, geschreven in 1994,  verwondert Morris zich erover dat het boek destijds zo’n schok teweeg bracht. Hij zegt: “Toen ik boeken schreef over het baltsgedrag van vissen en vogels, over slangen, apen en panda’s, maakte niemand zich daar druk om, maar toen ik een boek schreef over de biologie van een naakte primaat viel de hele wereld over me heen. Een complete aflevering van The Chicago Tribune werd vernietigd omdat de directie bezwaar maakte tegen een review van De Naakte Aap waarin het woord “penis” voorkwam.”

Toch is dit gespeelde verontwaardiging van de kant van Desmond Morris. Als je begint aan het tweede hoofdstuk, getiteld “Sex”, begrijp je wel degelijk waarom het in 1967 een schok teweeg bracht. Het was de tijd van “The Times They Are a-Changin”, maar nog niet iedereen was veranderd. In het hoofdstuk beschrijft Desmond Morris de paring van mensen alsof hij naar een stel apen kijkt. Het woord “penis” komt verschillende keren voor. Het is achteraf geen wonder dat het boek op mij als middelbare scholier zo’n indruk maakte. De andere hoofdstukken gaan over de vele andere gedragingen die wij gemeenschappelijk hebben met mensapen: het grootbrengen van kinderen, onderzoekend gedrag, agressie, eten en sociaal contact. Desmond Morris schrijft in rijke Engelse taal, met mooie spitsvondige grappen, maar ook erg duidelijk en to the point. Het is een boek dat ieder menselijk dier, en zeker iedere bioloog, gelezen moet hebben.

Volgens Wikipedia heeft Desmond Morris tussen 1958 en 2015 niet minder dan 84 boeken geschreven, soms vier per jaar. Het is onvoorstelbaar hoe iemand dat voor elkaar krijgt. Hij maakte bovendien nog schilderijen, trad op in een populair televisieprogramma voor de BBC en deed ook nog wetenschappelijk onderzoek. Een van zijn meest bekende latere boeken is “Baby”, een verhandeling over het kenmerkende gedrag van baby’s, met welgemeende adviezen aan jonge moeders. Dit boek is zo mogelijk nog populairder geworden dan de Naakte Aap.

Kortom, Desmond Morris is een icoon voor elke schrijvende bioloog.