Verpleging, van vuistregels naar wetenschap

Ik was vorige week bijna vergeten dat het op 12 mei de Internationale dag van de Verpleging was. Gelukkig houdt de Amerikaanse Vereniging voor Verpleegkunde een hele week aan zodat het ook nog vandaag actueel is. Waarom ik iets heb met verpleging? Ik ben met een verpleegster getrouwd, dat zegt genoeg. Kort nadat ik in Amsterdam ging studeren ging mijn zus daar de verpleegstersopleiding doen. Een stuk of vier verpleegsters-in-opleiding waren regelmatig in de omgeving van mijn zus te vinden. Ik viel op de leukste.

Er schijnen tegenwoordig jongelui te zijn die geen beslissing kunnen nemen over met wie ze in zee zullen gaan. Ze proeven en proberen, maar kunnen niet beslissen tot kopen. Ze gebruiken een dating-app om de geschiktste, knapste, meest intelligente of gewoon leukste jongen of meisje uit te zoeken, maar daar zijn er natuurlijk een heleboel van zodat ze vreselijk in de keuzestress schieten en daardoor nog slechter een partner kunnen kiezen.

Tegen de jongens onder hen zeg ik: zet een filter op je app: “nurse only”. En val op de eerste die zich aandient. En laat haar niet meer los. Succes verzekerd. Voor de meiden zou ik het filter “biologist” willen adviseren, maar ik ben er niet zeker van of dat net zo goed werkt.

Ik zeg verpleegster maar het moet natuurlijk verpleegkundige zijn. Ook mannen kunnen verpleegkundige worden, helemaal geen gek beroep trouwens voor een man. Bovendien zijn er HBO- en MBO-verpleegkundigen. Vroeger deed een verpleegster alles, van kastjes soppen tot injecties geven, van grappen maken met de gebroken beenpatiënten tot moeilijke gesprekken voeren met een moeder die een niet-levensvatbaar kindje gekregen had. Nu zijn de diverse werkzaamheden veel meer opgesplitst. Ziekenhuizen en verpleeghuizen worden afgerekend op efficiëntie.

Van mijn zus, die docent verpleegkunde is geworden, weet ik dat verpleegkunde een echte wetenschap genoemd kan worden. Ze heeft nota bene een heel boek geschreven over “Klinisch redeneren voor verpleegkundigen”. Vroeger deed je wat de arts zei of je deed waarvan je dacht dat het het beste was. Maar in de moderne verpleegkunde wordt van een behandeling nagegaan of hij werkt en of er alternatieve behandelingen zijn die beter werken. Zo kom je verder, gesteund door feiten.

Bijvoorbeeld: hoe voorkom je doorliggen (decubitus) bij een bedlegerige patiënt? Nationale en internationale richtlijnen schrijven wisselhouding voor als preventieve maatregel. Maar de wetenschappelijke onderbouwing daarvan is matig. Het steeds weer omdraaien van patiënten geeft veel werklast bij de verpleegkundigen en zorgt voor ongemak bij de patiënt. In een promotieonderzoek aan de Universiteit van Maastricht ontwikkelde Martin van Loon een nieuw protocol om decubitus in verpleeghuizen te voorkomen, waarmee hij de frequentie van doorliggen met een factor vijf omlaag wist te brengen, zo las ik in het verpleegkundig blad “Nursing” van juli 2017. Het onderzoek was gebaseerd op een kwantitatieve methodiek, met gebruikmaking van statistiek, een aanpak die feitelijk teruggaat op de beroemde Engelse verpleegster Florence Nightingale.

Mijn zus vertelde me dat Florence Nightingale niet alleen ongeveer in haar eentje de verpleegkunde heeft uitgevonden maar ook aan de basis staat van de statistiek. Ze introduceerde een nieuwe manier om gegevens te presenteren, het zogenaamde pooldiagram. Zo wist ze met cijfers aan te tonen dat er tijdens de Krimoorlog meer soldaten dood gingen door slechte ziekenhuiszorg dan op het slagveld. Door de hygiëne in het ziekenhuis te verbeteren (het riool werkte niet) kon ze de sterfte aanzienlijk terugdringen.

Er is nog steeds een tekort aan verpleegkundigen, zo werd ook bij de Internationale dag van de Verpleging weer gememoreerd. Beste jongelui, als je geen biologie gaat studeren, kies dan voor het mooie beroep van verpleegkundige en maak je niet druk om je dating app. Als je verpleegkundige wordt komt de rest vanzelf.