De wereld wordt plastic
Ik mocht afgelopen week een proefschrift beoordelen voor de Open Universiteit. De promovenda komt uit Indonesië en ze heeft een studie gemaakt van de verontreiniging met plastic aan de noordkust van Java. Omdat ik daar zelf ook vaak geweest ben, weet ik hoe erg het is. Het is vooral een probleem van de Indonesiërs zelf, die er een gewoonte van maken om alles dat ze aan afval hebben om zich heen te smijten en nooit wat op te ruimen. En omdat alles in plastic verkocht wordt, ligt het hele land vol met plastic afval. Niemand ruimt het op en het verteert niet dus elke wegberm, alle waterkanten, de oevers van rivieren, de kusten, van mangrovebossen tot en met het strand, het hele milieu is verzadigd met plastic. Je realiseert je pas hoe schoon en opgeruimd Nederland is als je terugkomt, terwijl het hier toch ook niet altijd even netjes is.
Indonesië exporteert naar schatting elk jaar 56.000 ton plastic naar de oceanen en is het vijfde land ter wereld als het gaat om de productie van afvalplastic. Dat plastic verkruimelt in het milieu onder invloed van golfslag en UV-licht tot kleine brokjes die je haast niet meer ziet, het zogenaamde microplastic. En dan beginnen de problemen. De grotere stukken plastic zijn een probleem voor zeedieren die erin verstrikt raken of het opeten, maar de microplastics worden opgenomen door vissen, schaaldieren en schelpdieren. Vooral mosselen staan erom bekend dat ze veel microplastic in hun lijf accumuleren. De reden is dat mosselen ingericht zijn op het filteren van het water. Ze komen aan hun voedsel doordat ze kleine deeltjes, meest algen, uit het water zeven, in hun darmcellen opnemen en verteren. Dat doen ze ook met plastic deeltjes, maar die laten zich natuurlijk niet verteren, ze blijven in het dier en veroorzaken allerlei problemen.
In 2022 toonde mijn collega Heather Leslie van de Vrije Universiteit Amsterdam aan dat ook in het bloed van de mens kleine plastic deeltjes rondzwerven. Uit onderzoek van een Chinese groep blijkt dat muizen die blootgesteld worden aan polystyreen deze deeltjes accumuleren in de placenta en afwijkingen veroorzaken aan de ongeboren jongen. Het is niet zo dat de hele bevolking daar al de effecten van ondervindt, want in deze studies worden onnatuurlijk hoge doseringen gebruikt, maar wat wel zorgwekkend is, is dat het probleem van jaar op jaar toeneemt. Er komt steeds meer plastic in het milieu; de grote lading kleine deeltjes moet nog komen. We zijn nu nog niet te laat, maar er is echt reden tot zorg om de toekomst.
Bij de Indonesiërs begint het probleem zich al aan te dienen want de vissen, krabben en mosselen die geoogst worden in de kuststreken bevatten steeds hogere concentraties microplastics. Te verwachten valt dat het binnen enkele jaren een serieuze bedreiging voor de volksgezondheid gaat worden.
Wat valt eraan te doen? Ik denk zelf dat we overal ter wereld de productie van synthetische stoffen die niet afbreken in het milieu, helemaal moeten verbieden. En Indonesië moet een grootschalige campagne organiseren om de afvalstroom te beteugelen en het huishoudelijk afval te verbranden in plaats van het overal neer te smijten. Maar ga er maar aan staan. Ik ga de promovendus straks vragen welke maatregelen zij gaat treffen als ze president van het land zou zijn.

