Rechtspoters en linkspoters

Tijdens een vakantie in Sri Lanka was ik in de gelegenheid om in de nationale parken van heel dichtbij het gedrag van olifanten te observeren. Sri Lanka heeft een populatie van ongeveer 8000 wilde Aziatische olifanten die zich ophouden aan de waterkant en op de vlaktes van verschillende natuurgebieden. Kijkend naar de dieren, op slechts enkele meters afstand, verwonderde ik me over de handige manier waarop ze het gras voor hun poten eten. Het is natuurlijk logisch dat ze daar handig in zijn, want ze doen de hele dag niets anders. Het zijn grote dieren, volledig herbivoor, dus ze moeten de hele dag eten om hun enorme lichaam te onderhouden. Het foerageergedrag is heel kenmerkend: ze schoppen met hun voorpoot tegen een graspol, zodat die loskomt, waarna ze met een draaibeweging van de slurf de pol vastpakken, soms meerdere tegelijk. Vaak zwaaien ze er nog even mee heen en weer, kennelijk om de overmaat zand kwijt te raken, voordat ze de pol naar hun mond brengen. In een dierentuin zie je dit gedrag niet, vandaar dat ik er een hele tijd naar stond te kijken.

Het viel me op dat de dieren hun slurf bij het pakken van een graspol steeds in dezelfde richting draaien (tegen de klok in of met de klok mee) en ook dat ze een voorkeur hebben voor een van de poten waarmee ze het gras los schoppen. Ik dacht te zien dat de olifanten een preferentie voor de rechtervoorpoot hadden en hun slurf meestal rechtsom draaiden. Maar er ontstond gelijk discussie in de groep want een van mijn medereizigers meende juist dat de olifanten hun linker voorpoot vaker gebruiken en hun slurf linksom slingeren. Uiteindelijk zaten we met de hele groep de olifanten te scoren op rechtspotigheid en linkspotigheid. Maar we kamen er niet uit.

Mijn conclusie na de safari was dat het de olifanten om het even is. Ze doen wat het meest voor de hand ligt. Als ze een aantrekkelijk graspolletje zien staan aan de linkerkant gebruiken ze hun linker voorpoot om het los te schoppen en rechts andersom. Hun grote lichaam en de zware kop beperken hun wendbaarheid, dus dit leek een logische gedachte. Maar vanuit de biologie wist ik dat rechts- en linkshandigheid onder dieren veel vaker voorkomt dan we denken. Het is niet een uniek menselijke eigenschap die samenhangt met de taakverdeling tussen onze hersenhelften. Dus terug in het hotel ging ik gelijk uitzoeken of er wetenschappelijke gegevens over zijn.

Dat bleek inderdaad het geval. Een groep biologen uit Bangalore, India, heeft exact dit probleem onderzocht en ze publiceerden erover in 2015. Wat blijkt? Er is wel degelijk voorkeur voor het rechtsom of linksom draaien van de slurf, alleen de voorkeur is ongeveer gelijk verdeeld: in hun groep van olifanten in Nagarahole waren evenveel rechtsslurfers als linksslurfers. De voorkeur was al duidelijk bij hele jonge dieren en bleef de rest van het leven in stand. Hetzelfde gold voor het gebruik van de voorpoten; er waren evenveel rechtspotigers als linkspotigers. Bij de poten was de voorkeur iets minder sterk en merkwaardigerwijs niet gekoppeld aan het gebruik van de slurf: een rechtsslurfer kon gemakkelijk een linkspotiger zijn en andersom. De slurf is een orgaan op zichzelf en kan onafhankelijk van andere lichaamsdelen functioneren. Uit een andere publicatie, over de Afrikaanse olifant, blijkt bovendien dat ook de slagtanden bijna altijd asymmetrisch slijten. Sommige dieren gebruiken hoofdzakelijk de linker, andere de rechter. Bij de Aziatische olifant komen slagtanden nauwelijks voor, dus dit detail was ons ontgaan.

Ik kan me zo voorstellen dat het u een zorg zal zijn, te weten of olifanten rechts- of linkshandig zijn, maar voor mij gaf de kwestie een onverwachte biologische draai aan de safari.