Lijken op jezelf

Met verwondering bekeek ik de portretfoto’s die Marjolein Annegarn van me gemaakt heeft. Ze had me gevraagd of ze een column van mijn hand mocht gebruiken bij een foto-expositie op het Museumplein in Amsterdam, die op 20 mei geopend wordt. Als wederdienst wilde ze mij fotograferen. Je wordt niet elke dag gefotografeerd door een bekende fotograaf dus ik ging er goed voor zitten. Kwam het daardoor? Toen ik de foto’s bekeek zag ik een treffende gelijkenis met een jongetje van 12 jaar. En dat jongetje was ik!

Op twaalfjarige leeftijd zijn er foto’s van ons gezin genomen door een fotograaf die aan huis kwam. Ik sta erop met bril, een wit overhemd en een stropdas. Op die foto lijk ik sprekend op de foto’s die Marjolein Annegarn vorige week van me maakte. Hoe kan dat?

Natuurlijk is het niet raar dat je op jezelf lijkt, ook al zit er bijna 60 jaar tussen. Maar het rare is, dat is me nooit opgevallen bij andere foto’s en ik ben heel vaak op de foto gegaan tijdens mijn carrière. Is het mogelijk dat ik, ouder wordend, steeds meer ben gaan lijken op hoe ik eruitzag toen ik 12 jaar was? Zit er iets in mijn biologie dat zo’n effect kan verklaren?

Het belangrijkste verschil tussen een 12-jarige jongen en een volwassen man is natuurlijk de concentratie van het mannelijk geslachtshormoon, testosteron, in het bloed. Als 12-jarige begint dat te stijgen, waardoor de seksuele functies op gang komen. Op de leeftijd van 19 jaar wordt een piek bereikt en daarna neemt het langzaam af. Op 40-jarige leeftijd is het gedaald tot ongeveer 90% van de maximale waarde, daarna blijft het constant tot op hoge leeftijd. Wat veel mensen denken is niet zo: oude mannen hebben gemiddeld evenveel testosteron in hun bloed als mannen van 40. Het is zelfs niet ongebruikelijk om een man van 90 te vinden die een hoger testosterongehalte heeft dan een jongen van 19. Maar wat wel opvallend is: de variatie tussen mannen neemt toe. Terwijl het gros van de oude mannen dezelfde hormoonconcentratie houdt, zijn er een aantal mannen bij wie het hormoon afneemt tot minder dan de helft. Deze toename van de variatie wordt ook gezien in allerlei functies. De activiteit van het brein gaat steeds meer uiteenlopen. De hersens van jongens van 19 lijken meer op elkaar die van mannen van 70.

Nu is een hormoon één ding, maar de werking ervan is een tweede. Elk hormoon werkt op bepaalde organen, bijvoorbeeld testosteron geproduceerd door de teelballen werkt op de prostaat, de hersenen, de spieren en de beenderen. In de cellen van die organen bindt het hormoon aan een ontvanger. Alleen dan reageert het orgaan op het signaal. Als de ontvanger er niet is of niet goed meer werkt heeft het hormoon ook geen effect. Niet alles is dus op te hangen aan hormonen. Het gaat om de uitwerking.

De conclusie is dat de gelijkenis tussen mij en mijn twaalfde niet verklaard kan worden door een overeenkomst in testosterongehalte. Hoe komt het dan? Na lang nadenken over dit raadsel kwam ik tot de conclusie: het komt door de fotograaf. Je manier van kijken is kenmerkend voor je persoon, je karakter. Karaktereigenschappen blijven je leven lang behouden. Er zijn rimpels bijgekomen, het gezicht is voller geworden en het haar is teruggetrokken. Maar iets in de blik is hetzelfde gebleven. Marjolein had het over een “twinkeling” die ze kenmerkend vond. Niet op elke foto is dat duidelijk. Het is de kunst van een portretfotograaf om dat eruit te krijgen, om de gefotografeerde zoveel mogelijk zichzelf te laten zijn zodat je de essentie van de persoon op de foto krijgt. Die essentie is een biologisch gegeven en is niet afhankelijk van de leeftijd. Dat verklaart de gelijkenis tussen de man en de jongen. Marjolein Annegarn heeft mijn essentie gefotografeerd.