Mijn formule op mijn graf
Tijdens een korte stadsvakantie in Wenen raakte ik verzeild op het centrale kerkhof van de stad, het op één na grootste kerkhof van Europa, werd verteld. Eigenlijk ging ik er naar toe vanwege de graven van bekende componisten: Beethoven, Schubert, Brahms en de hele familie Strauss liggen er te ruste, in barokke praalgraven. Maar plotseling stond ik oog in oog met het graf van de beroemde natuurkundige Ludwig Boltzmann (1844-1906). Hij ligt daar samen met zijn vrouw Henriette, zijn zoon Arthur, diens vrouw Paula, en Ludwig, de laatste mannelijke nakomeling van de familie die in 1943 gesneuveld is bij Smolensk. Boltzmann was een tobberig figuur. Hij verhing zich tijdens een vakantie aan de Italiaanse kust terwijl zijn vrouw en dochter aan het zwemmen waren. Maar hij was een wereldberoemde natuurkundige, zo beroemd dat elke student met een beetje natuurkunde in zijn pakket hem kent. De formule van Boltzmann! En op het Zentralfriedhof in Wenen prijkt die formule nota bene op zijn graf.
U begrijpt dat dit mij bovenmatig opwond en ik kan het niet laten die opwinding hier met u delen. De formule luidt: S = k log W. Op het graf staat achter de k een punt maar dat is fout. Die punt moet halverwege de regel staan, niet op de regel, als hij er al moet staan, want hij kan ook gewoon weggelaten worden. Ik kan me zo voorstellen dat de steenhouwer het verkeerd afgelezen heeft van een briefje dat Henriette hem gegeven had, maar goed, dat is alleen maar voor de fijnslijpers.
De formule van Boltzmann zegt iets over de mate van wanorde van een systeem, preciezer, het aantal verschillende toestanden waarin een systeem kan bestaan en die voor ons allemaal hetzelfde zijn. Denk bijvoorbeeld aan een glas water dat op het aanrecht staat. Voor ons is dat een volkomen ordelijk object; het heeft de temperatuur van de omgeving, het beweegt niet, het verandert niet, het is transparant en volkomen in rust. Maar dat is onze alledaagse waarneming. De natuurkundige weet dat het water bestaat uit moleculen die heftig door elkaar bewegen. Dat het zo is blijkt als we een suikerklontje in het water leggen. Na verloop van tijd is het suiker opgelost en heeft het zich verdeeld over het hele glas. Dat komt doordat de moleculen van het water en de suiker door het glas bewegen; het is helemaal geen rustige bedoening, alles beweegt als een gek door elkaar, er is wanorde. Die wanorde kun je uitrekenen met de formule van Boltzmann. En het mooie is nu: de wanorde van een systeem kan alleen maar toenemen, nooit afnemen. We zien dat duidelijk aan het oplossen van de suiker, want toen het klontje nog op de bodem van het glas lag vertegenwoordigde dat een zekere mate van orde. Vanwege dit principe zit er een richting aan de tijd: de pijl van de tijd wijst maar één kant op, van orde naar wanorde, van het heden naar de toekomst. Kunt u nagaan hoe belangrijk de wet van Boltzmann is.
Nu vertel ik dit allemaal omdat ik er een wens aan vastknoop: ik wil ook een formule op mijn graf. Het zal hopelijk nog een jaartje of dertig duren, maar ik vertel het nu alvast maar: mijn formule is: g(s) = Z(S-1(s)). Mijn formule beschrijft hoe je de honger van een dier kunt afleiden uit zijn eetsnelheid als hij een tijdje geen eten heeft gehad. Ik kan het hier niet uitleggen; u kunt het lezen in het tijdschrift Animal Behaviour uit 1980. Ik was er indertijd erg trots op, hoewel ik er niet beroemd mee geworden ben. Maar als het op mijn graf staat kan dat alsnog gebeuren. Steenhouwer, let even op de haakjes en het superscript, en er moet geen punt in.