Milieumaatregelen zonder onderbouwing houden geen stand
Dat hele partijen grond niet meer verplaatst mogen worden en bouwprojecten stil komen te liggen vanwege verontreiniging met PFAS kwam voor veel mensen als een donderslag bij heldere hemel. PFAS, wat is dat? Toch speelt het onder wetenschappers al een hele tijd. PFAS (polyfluorkoolwaterstoffen) is de naam voor een groep synthetische chemicaliën die gemeen hebben dat er fluor in verwerkt zit. Fluor geeft de stoffen heel stabiele eigenschappen; het maakt oppervlaktes onverwoestbaar, hittebestendig en glad, het werkt brandwerend en kan in blusmiddelen verwerkt worden, kortom het is ideaal spul voor allerlei toepassingen. Maar al in de jaren zeventig ontdekten wetenschappers dat sommige van die stoffen, zoals PFOA en GenX, behoorlijk gevaarlijk zijn voor de menselijke gezondheid.
Ook heel vervelend is dat PFAS’en erg stabiel zijn; dat is hun kracht, maar voor het milieu is het een ramp. Ze worden nauwelijks afgebroken, ze lopen onveranderd door de rioolwaterzuivering heen, het oppervlaktewater in en accumuleren in het sediment. Inmiddels zitten ze overal in de bodem. In het drinkwater beginnen ze ook al te verschijnen.
Nu kun je je afvragen hoe erg dat is. Het gaat er natuurlijk om of ze een schadelijk effect kunnen veroorzaken. Dat effect hangt af van de concentratie. Elk vergif heeft een dosis waaronder geen effect aantoonbaar is. Die drempelwaardes moet je kennen, maar bij PFAS zijn ze niet bekend. Er zijn maar een paar stoffen goed onderzocht en er zijn duizenden PFAS-verbindingen. De overheid heeft daarom de norm voor de concentratie PFAS in grond voorlopig vastgesteld op wat je nog betrouwbaar kunt meten, dat is 0,1 microgram per kilogram. Deze norm is gebaseerd op het voorzorgsbeginsel. Dat betekent zoiets als: we weten nog niet hoe erg het is, laten we maar aan de voorzichtige kant blijven. Maar daar kom je natuurlijk niet mee weg als je daarmee de woningbouw op slot zet.
Ik vind het een treurige situatie. Er was een tijd dat Nederland voorop liep op het gebied van de bodembescherming. We hadden een Technische Commissie Bodembescherming om de minister te adviseren en op verschillende universiteiten liepen onderzoeksprogramma’s naar effecten van bodemverontreiniging. Op basis van dat onderzoek is toen een stelsel van normen opgebouwd voor bestrijdingsmiddelen, teerverbindingen en zware metalen. De manier waarop die normen onderbouwd waren vond navolging in de hele wereld.
Maar inmiddels is Nederland veranderd. De commissie is opgeheven, de Kaderrichtlijn Bodem die ingebracht zou worden in de Europese Unie werd afgeblazen en bodembescherming was geen prioriteit meer voor de rijksoverheid; het werd aan de provincies en de gemeentes overgelaten. Nederland heeft zijn mondiale koppositie op bodemgebied verloren.
En nog navranter is dat mijn collega’s van de VU een jaar geleden een groot onderzoeksvoorstel hebben ingediend bij de Nationale Wetenschapsagenda om de risico’s van PFAS te onderzoeken. Afgelopen voorjaar is dat voorstel afgewezen. Er is geen geld voor onderzoek naar de effecten van PFAS op het bodemleven. Als het voorstel toen goedgekeurd was, hadden we nu de eerste resultaten binnen en konden we iets zeggen over de risico’s. Nu tast het RIVM, dat in december met een nieuw normvoorstel moet komen, volkomen in het duister. Ze baseren zich op meetgegevens en proberen de achtergrondconcentratie van PFAS in de bodem vast te stellen. Maar zo moet je het niet doen. PFAS’en zijn milieuvreemde chemicaliën; er is geen achtergrond. Je moet de normen baseren op effectconcentraties. Te verwachten valt overigens dat in veel gevallen die effectconcentraties minder streng zullen zijn dan de nu gehanteerde norm.
De situatie waarin we nu beland zijn met PFAS is een gevolg van jarenlange verwaarlozing van de bodembescherming. Het is ook indicatief voor de maatschappelijke afkeer van wetenschap als die een onwelgevallige boodschap brengt. Die houding lijkt overgeslagen op de overheid. Maar als het milieubeleid de wetenschap negeert wordt het een speelbal van de hardst schreeuwende belangenclub en van politieke compromissen. Wie zijn kennisopbouw verwaarloost heeft geen houvast meer en dwaalt uiteindelijk doelloos rond.