De bodem is … koel

De temperatuur van de bodem varieert nauwelijks: zodra we de diepte ingaan is het constant tussen de 10 en 12 ºC, onafhankelijk van de seizoenen. Terwijl we ons boven de grond druk maken over ijs en sneeuw, over zonneschijn en hittegolven, blijft het een paar meter onder het oppervlak onverstoorbaar koel. Een spin die op de bodem loopt moet temperaturen doorstaan variërend van -20 ºC tot +60 ºC, maar een regenworm die diep in de bodem kruipt voelt temperatuursverschillen die niet groter zijn dan een paar graden.

De constante koelte van de bodem is te zien als een belangrijke waarde. Kunnen we die zomaar verkwanselen door warmte in de grond te pompen? De Technische Commissie Bodembescherming vond vorig jaar van niet. Ze waarschuwde tegen het gebruik van warmte- en koudeopslag, als dat er op neer komt dat er meer warmte de bodem ingepompt wordt dan er aan onttrokken wordt. Als een warmte-koude-installatie vooral ingericht wordt ten behoeve van het koelen van gebouwen in de zomer is het een netto producent van warmte; dan zijn we zachtjes aan bezig het grondwater op te warmen en verliezen we de koelte als waarde van de bodem.

Er is nog een andere reden voor het behoud van een koude bodem. De bodem is een typisch vrouwelijk object. We spreken niet voor niets van Moeder Aarde. Aarde is in het Nederlands een vrouwelijk woord, evenals het Latijnse terra.

Volgens de Griekse mythologie was er in den beginne een woeste en donkere ruimte, genaamd Chaos. Daaruit ontwikkelde zich Gaia, de aarde, als een schijf op de grens tussen Ouranos, de hemel en Tartaros, de onderwereld. Ouranos en Gaia waren man en vrouw en uit hun gemeenschap ontstonden de eerste mensen. Wij zijn allen afkomstig uit de aardse moederschoot, de schede van Gaia.

Nu weet iedereen dat vrouwen aan de kouwelijke kant zijn. Dat verklaart waarom een vrouw een man nodig heeft. Een belangrijke functie van de man is het opwarmen van de vrouw. Vrouwen die geen man hebben of die altijd vroeg naar bed gaan terwijl manlief nog zit te werken, zijn aangewezen op een elektrische deken.

Ook de Griekse filosofen wisten dit al. In zijn boek “Over voortplanting” betoogt Aristoteles dat het zaad van de man het warme en beweeglijke element vertegenwoordigt. Als het zaad goed “gestoofd” is en sterker is dan de kouwelijke invloed van de vrouw wordt er een jongetje geboren. Het koele, vrouwelijke element staat borg voor de materie van de vrucht en als dat overheerst, wordt het kind een meisje. Men raadde aan dat oudere mannen die graag mannelijke opvolgers voor hun bedrijf wilden, vooral de liefde moesten bedrijven in de zomer, als hun zaad lekker warm was. Deze opvatting wordt tot op de dag van vandaag, op talloze tropische stranden, in snikhete hotelkamers en in broeierige tentjes in de praktijk gebracht.

Het behoud van de koelte van de bodem is dus feitelijk het behoud van het vrouwelijk element. Wij kunnen niet leven zonder het moederschap van de aarde, of zoals James Brown in een grijs verleden zong: “It’s is a man’s world, but it would be nothing without a woman or a girl“.

Gaia is een koele vrouw, maar ze is erg constant. Dus met die warmte-koudeopslag moeten we uitkijken. We moeten niet stiekem de bodem gaan vermannelijken.