De bodem is … vol zaad

In het voorjaar maak ik vaak een stukje van mijn tuin vrij van planten om te voorkomen dat alles dichtgroeit met woekerende bodembedekkers. Maar het nadeel daarvan is dat ik onmiddellijk last krijg van onkruid. De week na mijn schoonmaakoperatie is het stukje zwarte grond alweer bedekt met kiemplantjes. Het komt natuurlijk doordat de bodem vol zit met zaad van allerlei planten, dat daar ooit is terechtgekomen maar niet gekiemd. Zodra de bodem open is ziet dat zaad zijn kans schoon en kiemt. De bodem heeft een zaadbank.

De man in de straat denkt bij het woord zaadbank in eerste instantie aan een inrichting waar sperma geconserveerd wordt ten behoeve van kunstmatige inseminatie. Ook dat zaad ligt jaren in opslag voordat het een kans krijgt om een eicel te bevruchten. Maar een bioloog denkt bij het woord zaadbank aan een bodem vol plantenzaden.

Sommige planten hebben een levenscyclus die speciaal is aangepast aan het leven vanuit een zaadbank. Vooral eenjarige of kortlevende meerjarige planten doen dat. Een bekend voorbeeld is vingerhoedskruid, een plant die van nature groeit op open plekken in het bos. Zodra een groepje bomen omvalt of iemand een open plek in het bos kapt, komt er vingerhoedskruid tevoorschijn. Het zaad komt niet elders vandaan, het heeft jaren in de bosbodem liggen wachten totdat de tijd rijp was om te kiemen. Hetzelfde zie je bij zaad van woestijnplanten dat tot kiemen komt als het regent of bij zaad van heideplanten dat wacht op een bosbrand.

Ik keek naar mijn veldje met onkruid en vroeg me af: zal na een grondbewerking al het zaad van de bodem kiemen? Het zaad weet natuurlijk niet dat ik klaar sta met mijn schoffel om het uit te roeien. Dus als de zaadjes slim zijn, kiemen ze niet allemaal tegelijkertijd en houden ze een deel achter voor later. Maar de hele tijd in de bodem blijven lijkt me ook niet goed, want dan is er na lange tijd een grote kans dat ze verschimmelen.

Ecologen hebben modellen gemaakt voor de optimale kiemfractie. Die hangt af van de hoeveelheid zaad die de plant kan produceren, de frequentie van goede en slechte jaren en de kans om dood te gaan in de bodem als je niet kiemt. Op deze manier bekeken is niet de plant het belangrijkste onderdeel van de levenscyclus, maar de zaadbank: een plant is te beschouwen als een manier om de zaadbank aan te vullen en in stand te houden.

Ik kan me zo voorstellen dat er heel wat discussie in de zaadbank is: “Kiem jij vandaag, dan ga ik volgende week, en jullie moeten je inhouden tot volgend jaar”. Wie bepaalt dat? Misschien is er wel een hoofd van de zaadbank die precies uitrekent wat dit jaar de optimale kiemfractie is en dan door de bodem brult: “Vandaag alle oneven nummers!”, of: “Alle nummers tussen 1500 en 3500 vandaag kiemen!”. Ongetwijfeld ontstaat er wel eens ruzie. Ik kan me zo voorstellen dat er veel zaadjes liggen te popelen om tevoorschijn te komen, en teleurgesteld zijn als ze nog niet mogen.

In ieder geval, de zaadjes die vorige week in mijn tuin kiemden hadden pech, want de schoffel is onverbiddelijk. Het was een slecht jaar voor ze, maar dat konden ze natuurlijk niet weten in die bodem vol zaad.