Nico van Straalen kruipt in de huid van… de hangmatspin
Gisterenavond was het een heel gedoe in mijn web. Een groot beest, ik vermoed een kever, stapte achteruit en viel pardoes naar beneden. Hij stond al een hele tijd stil, net aan de rand van mijn web, dat stomme beest. Toen hij in mijn web viel maakte hij een hoop misbaar en vernielde mijn mooie hangmatje helemaal. Hij was veel te groot om in te kapselen, dus ik liet hem gaan. Het zou best kunnen zijn dat hij het toch bezuurd heeft want zijn poten zaten verstrikt in het spinsel en ik voelde hem later niet meer bewegen.
Vanochtend moest ik dus opnieuw πr2 doen. Het is best een leuk werk, het geeft me altijd veel genoegen en ik kom erdoor in een soort trans. Zachtjes zoem ik dan tijdens het spinnen van de draden: hier πr2, daar πr2, stap naar links πr2, stap naar rechts πr2. Door deze geconcentreerde beweging komt het web er mooi en regelmatig uit te zien, wat belangrijk is, anders kan ik niet goed voelen wat erin komt.
Ik zat eens in een veldje dat nogal verontreinigd was en mijn buurvrouw had uit de vieze bodem teveel kwik naar binnen gekregen. Het gevolg was dat ze een afwijking kreeg in haar arme hoofdje. Haar links πr2 was goed, maar rechts deed ze steeds 2πr2 en daardoor werd haar web erg onregelmatig. Als ze iets in haar web kreeg liep ze naar de verkeerde plaats om de prooi te vangen. Het gevolg was dat ze verhongerde, het arme dier.
Het web dat ik vanochtend maakte ziet er perfect uit. Het bestaat uit een stevig horizontaal matje, waar de prooi op kan vallen. Dat matje hangt dicht boven de grond maar zit met diverse draden vast aan grassprieten en takken.
De webjes die wij maken lijken een beetje op hangmatjes, vandaar dat de mensen ons hangmatspinnen genoemd hebben. Vooral ’s morgens vroeg, als het een beetje gedauwd heeft, zie je honderden van onze webjes naast elkaar in een grasveld of een open plek in het bos. Zelf nemen we plaats onder het matje en als er een prooi in valt trekken we die erdoor heen om in te kapselen.
Ik hoop dat ik vandaag iets eetbaars te pakken krijg, want ik word zo langzamerhand erg hongerig. Al een paar dagen heb ik niks gevangen, behalve die stomme loopkever dan. Als ik vandaag ook niks vang ga ik er vandoor.
Laatst waren een paar mensen hier in het veld bezig om met behulp van vierkante monsterblikken een inventarisatie van de spinnenfauna te maken, althans dat hoorde ik ze zeggen. Die mensen, ik denk biologen, waren zo rommelig aan het werk; dat komt doordat ze niet weten hoe ze πr2 moeten doen. Ze hadden het erover dat het leger geen gebruik mocht maken van dit terrein. Ze dachten dat als ze goed naar de spinnen zouden kijken, ons gebied niet ingericht zou worden als militair oefenterrein.
Zijn wij zoveel waard dan? Misschien komt het doordat de structuur van de vegetatie voor ons spinnen erg belangrijk is. Wij moeten ons web vastmaken aan uitstekende punten boven de grond, die als het even kan ook een beetje stevig moeten zijn. Daardoor zijn veel van mijn gildegenoten nogal kieskeurig wat betreft hun terreinkeuze. Of wij uiteindelijk dat militaire oefenterrein tegengehouden hebben weet ik niet. Het is al een paar dagen geleden en ik heb nog geen militairen gezien, dus het zou kunnen zijn dat de actie van die biologen toch succesvol is geweest. Ik hoop het maar, want ze hebben minstens 500 van mijn soortgenoten in de alcohol gestopt men hun monsterblikken.
Ik begin nu toch erg hongerig te worden, dus ik vermoed dat dit geen goed gebied is. Als het vandaag mooi rustig weer blijft ga ik er maar eens vandoor. Wij kleine spinnen hoeven gelukkig niet te lopen, we vliegen door de lucht aan een draad. Zal ik het eens voordoen? Nu de zon lekker schijnt is het weer er goed voor. Er moet een opstijgende luchtstroom zijn, anders werkt het niet.
Ik klim in de top van een grasspriet en ga met mijn achterlijf omhoog staan. Dan maak ik een paar draadjes, die gelijk naar boven zweven. Als ik me dan loslaat zweef ik hangend aan die draden door de lucht, hopla!
Het geeft altijd een heerlijk gevoel van vrijheid om zo door de lucht te zweven. Het nadeel is dat je nooit weet waar je terecht komt. Daar komt trouwens iets groots aan vliegen, ik kan het niet ontwijken, oei!
foto: Ab H. Baas