Dansende kerktorens

Terugkerend van ons vakantieadres in Leersum besloten mijn vrouw en ik langs de Vecht naar Muiden te fietsen. Het was een prachtige tocht, met bloeiende bermen en zonneschijn; een dag om van te genieten, ondanks de af en toe pittige tegenwind. De Vecht stroomt van Utrecht naar de sluis bij Muiden, dus zolang je de Vecht aan je linkerkant houdt, kom je altijd uit in Muiden, was mijn gedachte. Maar het punt is: de Vecht is een rivier, geen sloot, kanaal of vaart zoals de waterpartijen in Noord-Holland. Een rivier neemt niet de kortste weg. Gemiddeld gaat hij inderdaad naar het noorden, maar hij slingert met talloze bochten van oost naar west. Het is fantastisch dat het natuurlijke meanderen van de Vecht in stand is gebleven, maar als rechtgeaarde Noord-Hollander was ik daar niet aan gewend. De tocht duurde veel langer dan gedacht.

Door al dat geslinger werd bovendien mijn richtingsgevoel danig op de proef gesteld. Zo kon het gebeuren dat we bij de Zanderijsluis van Hinderdam bijna de verkeerde kant opgingen omdat ik niet doorhad dat we intussen 180 graden gedraaid waren en we in zuidelijke richting reden terwijl we de Vecht volgden die toch gemiddeld naar het noorden stroomt.

Ook heel interessant was dat de kerktoren van Weesp continu aan het schuiven was in het landschap. Stond hij eerst ver rechts voor ons, op een gegeven moment was hij helemaal naar links verschoven en naarmate we hem dichter naderden bleek dat we er vlak langs gingen.

Ik voelde me als Marcel Proust die dit verschijnsel beschreef in zijn boek Combray. Toen hij na een lange wandeling aan het eind van de dag naar huis terugkeerde werd hij ingehaald door het rijtuig van dokter Percepied. Hij kreeg een lift en nam plaats op de bok, naast de koetsier. In de verte zag hij de twee kerktorens van het dorp Martinville, waar de glans van de ondergaande zon op lag. Terwijl het rijtuig met een flinke vaart over de bochtige weg reed, leken de torens van plaats te wisselen, de ene schoof voor de andere heen en weer. Vervolgens kwam de kerktoren van het dorp Vieuxvicq erbij, die eigenlijk een eind verderop stond, maar door een wonderlijk gezichtsbedrog een dans leek uit te voeren met de kerktorens van Martinville. Op dezelfde manier als Marcel Proust verbaasd was dat het rijtuig van dr. Percepied even later vlak voor de kerk van Martinville halt hield, was ik verbaasd dat ik uiteindelijk de kerktoren van Weesp aan de andere kant passeerde als hij voor mijn gevoel de hele tijd gestaan had.

Het verschijnsel dat een object van positie lijkt te veranderen ten opzichte van de achtergrond, als je er onder verschillende hoeken naar kijkt, heet met een duur woord parallax. Voor een bewegende kijker lijken voorwerpen dichtbij sneller van positie te veranderen dan voorwerpen ver in de achtergrond. Het is vooral bekend in de sterrenkunde. Een ster, mits niet al te ver van ons verwijderd, lijkt te verschuiven als je er naar kijkt vanuit twee verschillende posities van de aardbaan, bijvoorbeeld op 1 januari en 1 juli. Uit die verschuiving kun je de afstand van de aarde tot die ster uitrekenen. Die afstand wordt dan uitgedrukt in parallax-boogseconden, afgekort tot parsec.

Een mooie illustratie van het verschijnsel parallax kun je ondervinden in het planetarium van Artis. In één van de shows krijg je een reis door de ruimte te zien. Heel opvallend is dan dat de sterren van een sterrenbeeld helemaal niet altijd bij elkaar in de buurt blijken te staan. Als je dichterbij komt blijkt bijvoorbeeld dat één van de sterren vele lichtjaren verder staat dan de andere. Alleen omdat hij heel helder is lijkt hij dichterbij vanuit de aarde gezien. Sterrenbeelden verdwijnen en nieuwe sterrenbeelden worden gevormd als je reist door de ruimte. Hetzelfde overkwam Marcel Proust in het landschap van Noord-Frankrijk en mijzelf in mijn fietstocht langs de kronkelende Vecht.