De groei die steeds sneller groeit

Iedereen laat zich altijd verrassen door het verschijnsel exponentiële groei. Zelfs Mark Rutte en Hugo de Jonge moesten zich verontschuldigen voor de foutieve inschatting die ze hadden gemaakt toen vorige week bleek dat het coronavirus weer erg snel om zich heen greep. Zelfs de modellen van het RIVM hadden de snelle toename niet voorzien. Toch is het niet zo moeilijk in te zien waarom ze deze fout maakten.

Als je iets moet voorspellen dat met veel onzekerheid is omkleed heb je de neiging om te redeneren vanuit het verleden. Als het vorige week langzaam omhoogging zeg je: het zal komende week langzaam omhooggaan. Als het al een tijdje hetzelfde is zeg je: het zal komende week wel zo blijven. Bij de weersvoorspelling is dat ook zo. Als je niks weet over het weer is de beste voorspelling die je kunt doen: morgen is het hetzelfde weer als vandaag. Het zou me niet verbazen als dat in meer dan 50% van de gevallen waar is. Maar het gaat natuurlijk fout als de zaak onder je handen verandert. Een ander voorbeeld is je gedrag in het verkeer. Zolang andere weggebruikers met constante snelheid rijden kun je heel goed voorspellen waar ze op een gegeven moment zijn en je gedrag daaraan aanpassen. De problemen ontstaan als andere weggebruikers versnellen of afremmen; dan wordt het veel moeilijker je eigen rijgedrag daarop af te stemmen.

Exponentiële groei is verbluffend als de tijd tussen twee gebeurtenissen kort is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de groei van bacteriën. Als een bacterie zich eenmaal per uur in tweeën deelt en je begint de dag met één bacterie, heb je er aan het eind van de dag meer dan 16 miljoen. In het begin valt het nog wel mee, maar als je in de grote getallen komt gaat het steeds harder.

Ook met het coronavirus is sprake van een versnelling en wel een dubbele. Bij normale exponentiële groei neemt het aantal besmette personen toe met een vaste factor. Deze groeifactor, die gelijk is aan het aantal besmettingen dat één besmette persoon veroorzaakt, heet in de epidemiologie het reproductiegetal. Dit getal is deze week gestegen naar 2,17. Dat betekent dat 100 besmette personen 217 nieuwe besmettingen veroorzaken, daarna worden het er 471 en daarna 1022. Het gaat steeds harder. Maar het kan nog harder en dat is wat nu aan de hand is. Namelijk, het reproductiegetal is niet alleen groter geworden door toegenomen contacten tussen mensen (als gevolg van het versoepelen van de maatregelen), het reproductiegetal neemt zelf ook toe doordat een steeds groter deel van de virussen bestaat uit de delta-variant die 45% besmettelijker is dan de eerdere alfa-variant. De toename van de deltavariant verloopt ook exponentieel zolang we nog in de beginfase van de nieuwe variant zitten. We hebben dus te maken met exponentiële groei met een groeifactor die zelf ook exponentieel toeneemt. Het gaat daarom harder dan hard.

Was dit te voorspellen? Is er sprake van zwalkend beleid? Het OMT had gewaarschuwd tegen te snelle versoepelingen, maar had de explosie van nieuwe besmettingen niet voorzien. Alle politieke partijen in de Tweede Kamer wilden versoepelingen dus zo raar was het niet wat Rutte en De Jong bepleitten. De populistische rechtse partijen wilden zelfs alle coronamaatregelen per direct afschaffen. We weten dat die partijen lak hebben aan de adviezen van serieuze wetenschappers en zonder blikken of blozen gewoon roepen wat de mensen graag willen horen in plaats van te bedenken wat het beste is voor de Nederlandse volksgezondheid.

Achteraf is het makkelijk praten, net als met het weer. Een exponentieel groeiende exponentiële groei, dat was voor iedereen, ook voor Rutte en De Jonge, een moeilijk ding om te bevatten, laat staan te communiceren.