Een nieuwe mens, een oude mens
Via deze columns probeer ik u een beetje op de hoogte te houden van de meest recente ontwikkelingen in onze kennis over de evolutie van de mens. Zo blijft ook de lezer van mijn boek uit 2017, “Evolueren wij nog?” geïnformeerd, bij wijze van gratis nascholing.
In de tijd dat ik aan de VU een cursus gaf over evolutie van de mens moest ik elk jaar mijn colleges bijstellen omdat er elk jaar wel weer iets nieuws gevonden werd dat de inzichten drastisch veranderde. Dat is nadien gewoon doorgegaan. Zo heeft u misschien vorige week in het nieuws gelezen dat er een nieuwe mensensoort is beschreven. Dat trok veel aandacht omdat het gaat om een directe voorouder van onze soort, Homo sapiens. De nieuwe soort kreeg de naam Homo bodoensis, de Bodo-mens. Maar het rare is: die Bodo-mens bestond al. Hoe kan het een nieuwe soort zijn?
De Canadese onderzoekers die hun bevindingen publiceerden in het Tijdschrift Evolutionary Anthropology van vorige week, hebben niks anders gedaan dan een al bestaand fossiel een nieuwe naam geven. De oude naam van het fossiel was Homo heidelbergensis. Het bestaat uit een vrij complete schedel, gevonden in 1976 bij het dorpje Bodo in de Afar-regio van Ethiopië, dichtbij de grens met Djibouti. Kun je een nieuwe soort “ontdekken” door een bestaande vondst een nieuwe naam te geven? In de biologie ligt dat moeilijk. De bioloog die een soort voor het eerst rapporteert geeft de vondst een naam en vertelt erbij hoe het object eruitziet. Vervolgens krijgen alle andere vondsten die er sterk op lijken ook die naam. Dit voorkomt dat dezelfde soort bekend wordt onder meerdere namen. Biologen zijn hier heel streng in. Synoniemen worden niet gewaardeerd. De traditie om dit zo te doen gaat terug tot in de achttiende eeuw en is begonnen bij Carolus Linnaeus, de Zweedse bioloog die het hele systeem van naamgeving in de biologie uitgedokterd heeft. Maar de paleontologen (fossielendeskundigen) zijn er wat makkelijker mee. Een fossiel is vaak incompleet, je hebt alleen de botten, dus je kunt de organen niet bekijken en met fossielen kun je geen kruisingen uitvoeren. Wat ook meespeelt is dat de ontdekker van een nieuw mensenfossiel gelijk wereldberoemd is, vooral als zij of hij kan zeggen dat het een directe voorloper van de mens is. Als je een fossiel vindt dat toegevoegd wordt aan een al bestaande soort is dat minder schokkend en ben je niet gelijk beroemd.
Toch ruimt het ook op, want de onderzoekers stellen voor dat twee andere soortnamen, de Heidelbergmens en de Rhodesiëmens niet meer gebruikt worden. Men beschouwt de Rhodesiëmens als een voorloper van de neanderthalers. Daarbij speelt ook nog mee dat wetenschappers niet geassocieerd willen worden met de oude naam voor het huidige Zambia. Rhodesië is genoemd naar de Engelsman Cecil Rhodes, die het land als zijn bezit beschouwde en de mijnrijke streek exploiteerde als wingewest.
Moet je in de wetenschap politieke correctheid laten meespelen bij de keuze van namen voor soorten? Een bekend voorbeeld is de naam die in 1937 gegeven werd aan een kevertje dat voorkomt in de grotten van Slovenië. Die kever werd opgedragen aan Adolf Hitler en kreeg de naam Anophthalmus hitleri. Tot nu toe is die naam niet veranderd, onder verwijzing naar de strenge naamgevingsprotocollen van de biologen. Eens gegeven blijft gegeven. De paleontologen van de Bodo-mens vinden dat de biologen hier te rigide in zijn. Een naam moet kunnen veranderen, zeggen ze. Daar hebben ze gelijk in vind ik.
Zo brengt de ontdekking van een menselijk fossiel ons in een discussie over wetenschappelijke eerzucht, historisch gegroeide tradities en politieke correctheid. Het laat in ieder geval zien dat de evolutiebiologie een levend vak is dat zelf ook evolueert.