Student leert begeleider
Een voormalige student had me gevraagd om samen met hem een artikel te schrijven over de begeleiding van studenten. Hoe pakt een docent dat aan, wat maakt je een goede begeleider en welke adviezen kunnen we geven aan ervaren en minder ervaren begeleiders? Het ging met name om de begeleiding van promovendi, d.w.z. jongelui die vier jaar werken aan een eigen onderzoek waarover ze een proefschrift schrijven dat ze moeten verdedigen om de graad van doctor te krijgen. De begeleider is de promotor.
Nu heb ik in mijn carrière aan de universiteit veel promovendi gehad, in totaal 82. Maar daarvan hebben er 5 het nooit afgemaakt, dus eigenlijk ben ik promotor geweest van 77 studenten. Ook dat is is erg veel. Dat komt omdat ik jarenlang op dezelfde plek gewerkt heb, met uitstekende collega’s en omdat we een heel goed lopend onderzoeksprogramma hadden waar we veel geld voor kregen zodat we veel jonge onderzoekers konden aanstellen. Dus je zou denken, dat idee van de promovendus om een artikel met mij te schrijven over de begeleiding van studenten was nog niet zo gek.
Je hoort wel eens dat hoogleraren zich gedragen als dictators, veel te veel eisen van hun studenten, ze geen ruimte geven om nieuwe wegen in te slaan, ze veel te lang laten wachten met het nakijken van hun werk, enzovoorts. En het komt ook voor dat hoogleraren agressief zijn naar hun studenten, neerbuigend, kleinerend of zelfs handtastelijk. De verhoudingen zijn altijd ongelijk. De promovendus is van jou afhankelijk, vaak alleen van jou. Jij bepaalt of een proefschrift voldoende is om te verdedigen. Je zit vaak uren met de promovendus in een kamer aan tafel om over de voortgang te praten. Het zijn situaties waarin grensoverschrijdend gedrag kan ontstaan als je je niet bewust bent van het risico.
Maar van al die dingen pleit ik me vrij, ik heb nooit een rare situatie meegemaakt en heb naar mijn mening altijd goede, kameraadschappelijke relaties met mijn promovendi gehad. Dat blijkt trouwens ook uit het feit dat een van hen nu met mij een artikel wilde schrijven over de rol van de begeleider.
Maar het rare was: ik wist over het onderwerp niet veel te vertellen. Hoe doe je dat, begeleiden van promovendi? Wat zijn de kenmerken van een goede begeleider? Zijn er vuistregels of algemene principes op te stellen? Welke valkuilen kunnen er zijn? Kun je het leren of heb je het in je? Ik stond met een mond vol tanden. Ik heb het gedaan, ik ben 77 keer promotor geweest, maar hoe ik het gedaan heb kon ik niet goed uitleggen, behalve dat het elke keer anders was.
Maar mijn promovendus kon het wel uitleggen. Ik leerde dus van hem, achteraf, hoe je studenten moet begeleiden. In ons artikel betogen we dat aan de universiteit de begeleiding van studenten teveel draait om de rol van de begeleider als wetenschappelijk adviseur. De begeleider vertelt de student hoe hij het onderzoek moet aanpakken en helpt hem bij de interpretatie van de resultaten. Alle aandacht ligt bij de inhoud van het onderzoek. Dat is natuurlijk belangrijk, maar een goede begeleider doet meer. Hij heeft ook aandacht voor de persoon van de student, zijn thuissituatie, culturele bagage, sociale ontwikkeling, enzovoorts. Een goede begeleider denkt ook aan de toekomst van zijn studenten. De student maakt niet alleen een proefschrift, hij bouwt ook aan zijn carrière, ontwikkelt een visie op wat hij wil in het leven. Het “vormingsaspect” is vaak datgene dat een student zich herinnert als hij later zelf in de wetenschap actief wordt. Ook is het aan te raden om bij elke student meerdere begeleiders in te schakelen zodat de student kan leren vanuit verschillende invalshoeken.
We noemen het in ons Engelstalige artikel “inclusive mentoring”. Ik weet nog niet of het idee in een wetenschappelijk tijdschrift terecht komt, maar in ieder geval ben ik mijn promovendus dankbaar dat hij me achteraf wilde leren wat een goede begeleiding is.